Pieter zat laatst met een ongemakkelijk gevoel in de supermarkt. Het was een gewone woensdagmiddag, en hij was bezig zijn boodschappen op de band te leggen. Niets bijzonders, tot hij bij de kassa werd aangesproken door een jongere medewerker. “Kan jij even je bonuskaart scannen?” vroeg de jongen achter de kassa.
Pieter keek op, licht verbaasd. “Jij?” dacht hij bij zichzelf. Hij voelde hoe een mix van irritatie en teleurstelling hem overviel. “Waar is het respect gebleven?” vroeg hij zich af.
Pieter is 70 en heeft zijn hele leven in een tijd geleefd waarin beleefdheid een groot goed was. Hij herinnert zich nog de dagen dat je standaard werd aangesproken met ‘u’, vooral door jongeren.
“Je moest wel héél close zijn met iemand om zomaar ‘jij’ te zeggen,” vertelt hij. Maar die tijd lijkt volgens hem voorbij. “Het lijkt wel alsof de jeugd tegenwoordig helemaal niet meer weet wat beleefdheid betekent. Ze denken zeker dat iedereen hun vriend is.”
Het incident bleef hangen bij Pieter, vooral omdat het niet de eerste keer was dat hij dit meemaakte. “Het gebeurt steeds vaker,” zegt hij. “In winkels, bij de dokter, zelfs op straat. Jongeren hebben gewoon geen idee meer hoe ze met ouderen moeten omgaan.”
Pieter begrijpt dat tijden veranderen, maar vindt het toch lastig om te accepteren. “Ik vraag toch niet veel? Een beetje respect, dat is toch normaal?”
Hij legt uit dat hij het niet alleen voor zichzelf lastig vindt, maar ook voor de jongere generatie. “Ze realiseren zich niet dat ze zichzelf ermee tekortdoen.
Als je respect toont, krijg je dat meestal ook terug. Maar als je zomaar iedereen met ‘jij’ aanspreekt, dan kun je negatieve reacties verwachten.”
Pieter glimlacht even. “Ik weet nog dat ik vroeger een keer een oudere man per ongeluk met ‘jij’ aansprak. Hij keek me aan alsof ik een misdaad had begaan. Dat vergeet je niet snel.”
Toch wil Pieter het niet alleen als een generatieconflict zien. “Misschien is het niet eens hun schuld,” overweegt hij.
“Misschien leren ze het gewoon niet meer. Op scholen wordt er anders gesproken, en thuis gaat het vaak ook losser aan toe. Maar ja, dat maakt het voor mensen zoals ik niet makkelijker.”
Na zijn ervaring in de supermarkt besloot Pieter het toch een keer aan te kaarten. “Ik heb die jongen vriendelijk gevraagd waarom hij me met ‘jij’ aansprak,” vertelt hij.
“Hij keek me aan alsof ik een alien was. ‘Dat zeg ik toch tegen iedereen,’ antwoordde hij.” Pieter zucht. “Ik weet dat hij het niet verkeerd bedoelde, maar het voelde toch respectloos.”
Pieter benadrukt dat hij niet boos is op jongeren. “Ik snap dat ze opgroeien in een andere tijd, en dat ze andere normen hebben meegekregen.
Maar ik hoop dat er toch weer meer aandacht komt voor beleefdheid. Niet alleen voor ouderen, maar voor iedereen. Het zou de wereld toch een stuk vriendelijker maken.”
Ondanks alles blijft Pieter positief. “Misschien moeten wij ouderen ook wat meer geduld hebben. In plaats van meteen boos te worden, kunnen we uitleggen waarom het voor ons belangrijk is om met ‘u’ aangesproken te worden.
Wie weet leren ze er iets van.” Toch geeft hij toe dat het lastig is om je verwachtingen bij te stellen. “Soms wil je gewoon dat dingen blijven zoals ze waren.”
Het incident in de supermarkt was misschien klein, maar het zegt volgens Pieter veel over hoe de maatschappij verandert. “Ik hoop dat we weer meer naar elkaar gaan luisteren en elkaars normen en waarden respecteren.
Dat is wat echt telt, niet hoe oud je bent of hoe je iemand aanspreekt. Maar een beetje beleefdheid kan geen kwaad.” Met een knipoog voegt hij eraan toe: “En zeg maar gewoon ‘u’ tegen mij, dat voelt toch net even beter.”