Pim zit met zijn handen in het haar. “Het is niet dat ik mijn ouders niet wil zien,” begint hij. “Maar ze verwachten gewoon elke week dat ik langs kom, alsof het een ongeschreven regel is. En als ik een keer afzeg, krijg ik meteen een schuldgevoel aangepraat.” Hij zucht diep en leunt achterover in zijn stoel. “Ze begrijpen niet dat ik ook mijn eigen leven heb.”
Elke zondagmiddag zit Pim aan de keukentafel bij zijn ouders. Zijn moeder schuift hem een bord dampende soep toe, terwijl zijn vader alvast begint over het werk en de sportuitslagen.
“Het zijn lieve mensen, echt waar,” zegt Pim. “Maar het voelt soms alsof ik 12 ben en moet komen opdagen omdat het moet.” Hij lacht een beetje wrang. “En als ik er een keer niet ben, dan vragen ze meteen: ‘Wat was er zo belangrijk dat je niet langs kon komen?’”
De druk van verwachtingen
De wekelijkse bezoeken begonnen een paar jaar geleden, toen Pim net was gaan samenwonen met zijn vriendin. “Mijn moeder vond het belangrijk dat ik ‘mijn roots niet zou vergeten’, zoals ze het zelf zegt. En ja, in het begin was het ook gezellig. Maar nu voelt het meer als een verplichting dan als iets wat ik echt wil.”
Hij merkt dat de situatie spanningen veroorzaakt, niet alleen met zijn ouders maar ook thuis.
“Mijn vriendin begrijpt het niet altijd. Ze zegt dat ik te veel toe geef en gewoon moet zeggen waar het op staat. Maar ja, het is niet zo makkelijk om tegen je ouders te zeggen dat je geen zin hebt om langs te komen.”
Pim heeft al eens geprobeerd om het onderwerp voorzichtig aan te snijden. “Ik zei een keer: ‘Misschien kunnen we elkaar wat minder vaak zien, dan blijft het ook speciaal.’
Mijn moeder keek me aan alsof ik had gezegd dat ik nooit meer wilde komen. Mijn vader bromde iets over hoe belangrijk familie is en dat je daar tijd voor maakt.”
Het schuldgevoel
Dat schuldgevoel blijft aan hem knagen. “Als ik een keer niet ga, voel ik me slecht. Dan denk ik: wat als ze eenzaam zijn? Wat als ze zich afgewezen voelen? Maar tegelijkertijd wil ik niet het gevoel hebben dat ik altijd alles op hun voorwaarden moet doen.”
Pim weet dat zijn ouders het goed bedoelen. “Ze willen gewoon een band houden, maar ze begrijpen niet dat ik ook andere dingen aan mijn hoofd heb.”
Hij vertelt hoe hij soms moet schipperen tussen werk, vrienden en zijn relatie. “Ik werk fulltime, probeer mijn sociale leven op peil te houden en wil ook gewoon eens een weekend voor mezelf hebben.
Maar als ik dat zeg, krijg ik reacties als: ‘Je hebt altijd tijd voor je vrienden, maar niet voor ons.’ En dan voel ik me weer de slechtste zoon ter wereld.”
De balans vinden
Pim weet dat hij grenzen moet stellen, maar vindt het moeilijk. “Ik wil mijn ouders niet kwetsen, maar ik wil ook niet het gevoel hebben dat mijn leven om hen draait.” Hij hoopt dat ze begrijpen dat minder vaak langskomen niet betekent dat hij minder om hen geeft.
“Ik denk dat ik gewoon eens duidelijk moet uitleggen hoe ik me voel, zonder dat schuldgevoel steeds in mijn nek te voelen hijgen.”
Ondertussen probeert hij kleine aanpassingen te maken. “Soms stel ik voor om samen iets anders te doen, zoals een keer uit eten of wandelen in het park. Dat voelt minder verplicht dan weer die zondagmiddag aan de keukentafel.”
Maar zelfs dat wordt niet altijd goed ontvangen. “Mijn moeder zei een keer: ‘Dus nu is zelfs thuis komen te veel gevraagd?’ Dat kwam echt hard aan.”
Hoop op begrip
Pim weet dat hij niet de enige is die hiermee worstelt. “Ik hoor van vrienden dat zij hetzelfde hebben met hun ouders. Die verwachtingen, dat schuldgevoel als je niet voldoet. Het lijkt iets van onze generatie te zijn, dat we proberen een balans te vinden tussen het eren van onze ouders en ons eigen leven leiden.”
Hij hoopt dat er een moment komt waarop zijn ouders hem begrijpen. “Misschien moet ik het gewoon een keer heel duidelijk uitleggen, zonder om de hete brij heen te draaien. Dat ik ze graag zie, maar dat ik ook mijn eigen leven wil leiden.”
Pim glimlacht even. “Misschien begrijpen ze het dan wel. En als dat niet zo is, dan moet ik leren om dat schuldgevoel los te laten.”
Voor nu blijft hij zoeken naar die balans. “Ik hou van mijn ouders, echt waar. Maar ik wil ook gewoon een weekend hebben waarin ik zelf mag bepalen wat ik doe, zonder dat ik me schuldig voel. Is dat te veel gevraagd?”