Rik is al bijna dertig jaar automonteur. In zijn garage, een plek waar de geur van olie en benzine hangt, voelt hij zich thuis. Hij weet alles van motoren, de fijne kneepjes van een versnellingsbak en hoe je een klassieke auto met liefde weer aan de praat krijgt.
Maar als het op elektrische auto’s aankomt, blijft de deur van zijn garage stevig gesloten. “Misschien zijn ze de toekomst,” zegt Rik, “maar niet in mijn garage.”
Voor Rik draait het allemaal om passie. “Ik hou van auto’s zoals ze altijd zijn geweest. Je hoort de motor ronken, je voelt de trillingen, en je ruikt de brandstof. Dat is waar autorijden voor mij om gaat,” legt hij uit.
“Elektrische auto’s hebben dat allemaal niet. Het zijn net laptops op wielen.” Hij lacht, maar er zit ook een serieuze ondertoon in zijn woorden. “Ik heb niks met die dingen. Ze hebben geen ziel.”
Rik krijgt regelmatig vragen van klanten of hij ook elektrische auto’s repareert. Het antwoord is altijd hetzelfde: nee. “Ik weet dat het de markt overneemt, maar ik ben hier niet voor geboren,” zegt hij met een schouderophaal.
“Alles is elektronisch en computergestuurd. Het is geen vakmanschap meer; het is software updaten. Dat is gewoon niet waar ik voor gekozen heb.”
Hij is niet alleen kritisch over de technologie zelf, maar ook over wat het doet met de industrie.
“Als je naar garages kijkt, zie je dat veel oudere monteurs stoppen of gedwongen worden om te omscholen. Maar dat is niet zo makkelijk als het lijkt. Je kunt niet zomaar van een mechanische motor naar een batterijpakket gaan zonder alles opnieuw te leren.”
Rik ziet het als een verarming van het vak. “Het ambacht verdwijnt. Het gaat niet meer om motoren maken, maar om stekkers aansluiten.”
Daarnaast heeft Rik ook praktische bezwaren. “Die batterijen, dat is echt een probleem,” zegt hij.
“Ze zeggen dat het goed is voor het milieu, maar kijk eens naar hoe die dingen worden gemaakt. De grondstoffen komen uit mijnen waar mensen onder slechte omstandigheden werken, en wat gebeurt er als die batterijen kapotgaan? Niemand weet hoe je ze moet recyclen.”
Rik gelooft dat de wereld zich te veel richt op elektrische auto’s als dé oplossing.
“Er zijn andere manieren om duurzamer te worden. Kijk naar waterstof, of verbeter de efficiëntie van benzine- en dieselmotoren. Maar iedereen zit blind achter elektrische auto’s aan, en ik snap het niet.”
Dat wil niet zeggen dat hij tegen verandering is. “Ik ben geen ouderwetse zeurpiet,” verdedigt hij zichzelf.
“Ik snap dat we moeten nadenken over de toekomst en het milieu, maar dit voelt niet als de juiste weg. Elektrische auto’s worden neergezet als perfect, maar dat zijn ze echt niet. Ze hebben genoeg problemen die mensen niet zien.”
Zijn klanten waarderen zijn standpunt. “Ik heb mensen die hier komen en zeggen: ‘Rik, ik ben blij dat jij nog aan echte auto’s werkt.’ Dat is voor mij genoeg.
Ik weet dat ik misschien wat omzet misloop door geen elektrische auto’s te doen, maar dat is een keuze die ik met trots maak. Dit is wie ik ben, en dat verander ik niet.”
Rik ziet de toekomst van zijn garage met vertrouwen tegemoet, zelfs als de elektrische auto dominant wordt. “Ik blijf doen waar ik goed in ben,” zegt hij.
“Er zullen altijd mensen zijn die een klassieke auto willen, die houden van het geluid en de ervaring. En die mensen komen naar mij. Elektrische auto’s mogen dan de toekomst zijn, maar ze zullen nooit mijn hart winnen.”