Saar (30) is duidelijk: ze wil haar eigen huis terug. “Mijn schoonmoeder logeert nu al drie maanden bij ons, en ik wil dat ze vertrekt,” vertelt ze met een mengeling van frustratie en schuldgevoel. Maar haar grootste obstakel? Haar man. “Hij vindt dat ze mag blijven zolang ze wil. Dat ze familie is en we haar moeten helpen. Maar ik voel me inmiddels gewoon een gast in mijn eigen huis.”
Het begon allemaal onschuldig. Saar’s schoonmoeder moest tijdelijk bij hen intrekken vanwege een lekkage in haar appartement. “Ik dacht: ach, een weekje of twee. Dat red ik wel. We kunnen haar toch niet op straat laten staan?”
Maar die twee weken werden al snel een maand. En toen nog een maand. “Ik zie geen eind in zicht,” zucht Saar. “Het voelt alsof ze hier is ingetrokken, zonder dat er ooit is besproken hoe lang dit zou duren.”
In het begin deed Saar haar best om begripvol te zijn. “Ik snapte het echt wel. Haar huis was onbewoonbaar en ze had tijd nodig om alles te regelen. Maar nu, drie maanden later, is dat probleem allang opgelost. Ze kan gewoon terug, maar ze blijft hier hangen. En dat begint mij enorm op te breken.”
Wat de situatie extra moeilijk maakt, is dat haar man het volledig normaal lijkt te vinden. “Hij is een echte familieman. Voor hem is het geen probleem dat zijn moeder hier woont.
Hij ziet alleen maar de voordelen: zij kookt soms, doet de afwas en helpt zelfs met de kinderen. Maar ik zie vooral hoe zij continu aanwezig is. Ze is er áltijd. Zelfs als ik na een lange dag wil ontspannen op de bank, zit zij daar al.”
Saar merkt dat de spanning tussen haar en haar man hierdoor steeds verder oploopt. “Als ik er iets van zeg, krijg ik meteen te horen dat ik onredelijk ben. Dat ik niet van haar kan verwachten dat ze zomaar vertrekt. Maar hij ziet niet wat het met mij doet. Dit is ook mÃjn huis. Ik wil weer het gevoel hebben dat het een plek is waar Ãk tot rust kan komen.”
De kleine irritaties stapelen zich op. “Ze heeft de neiging overal haar mening over te geven. Of het nu gaat over wat ik kook, hoe ik de kinderen opvoed, of zelfs hoe ik het huis schoonmaak. Alles moet altijd net iets anders volgens haar.
En ik weet dat ze het goed bedoelt, maar het voelt alsof ze mijn manier van leven constant ter discussie stelt.”
Saar probeert zich niet altijd te ergeren, maar het lukt haar steeds minder goed. “Ik weet dat ze ook gewoon haar best doet. Maar zelfs haar aanwezigheid – hoe aardig ze ook probeert te zijn – is soms gewoon te veel.
Ik wil kunnen rondlopen in mijn pyjama zonder me bekeken te voelen. Of een film kijken zonder haar commentaar erbij.”
Het lastigste is misschien wel dat Saar zich schuldig voelt over haar gevoelens. “Ze is geen slechte schoonmoeder, integendeel. Maar het gaat gewoon om het principe: dit is ons huis. En ik voel me inmiddels alsof ik helemaal geen privacy meer heb.”
Toch heeft ze het gevoel dat ze tegen een muur praat. “Elke keer als ik het onderwerp aansnij, zegt mijn man dat ik me aanstel. Dat het maar tijdelijk is. Maar wat is ‘tijdelijk’? Nog drie maanden? Een jaar?”
Saar heeft zelfs geprobeerd met haar schoonmoeder te praten, maar ook dat heeft niets opgeleverd. “Ik vroeg haar voorzichtig naar haar plannen. Of ze al had nagedacht over wanneer ze terug zou gaan. Maar ze wuift het altijd weg met een grapje.
‘Ach, wat is nou een maandje meer of minder,’ zegt ze dan. Maar voor mij voelt dat als een eeuwigheid.”
Hoewel Saar nog geen oplossing heeft, voelt ze wel dat ze binnenkort iets moet veranderen. “Ik kan dit niet meer lang volhouden. Het vreet aan me. En ik wil niet dat mijn relatie eronder lijdt, maar ik voel dat het steeds moeilijker wordt om dit te accepteren.”
Toch hoopt ze ergens op begrip van haar man.
“Ik weet dat hij van zijn moeder houdt en haar wil helpen. Maar ik wil dat hij ook ziet wat dit met mij doet. Dat hij begrijpt dat ons huis weer ons thuis moet worden. Niet een plek waar ik me opgesloten voel.”
Voor nu probeert Saar nog even door te zetten, maar ze weet dat er binnenkort een grens bereikt is. “Ik wil niemand kwetsen, maar ik moet ook voor mezelf opkomen. Dit is mijn leven, mijn huis, mijn gezin. En daar moet ik soms keuzes in maken, hoe moeilijk die ook zijn.”
Hoe de situatie verder zal verlopen, is nog maar de vraag. Maar één ding is zeker: voor Saar is het tijd dat er iets verandert.