De asielcrisis in Ter Apel in 2022 staat nog bij velen op het netvlies gebrand. Beelden van mensen die noodgedwongen buiten moesten slapen, omdat opvangplekken vol zaten, gingen het hele land door.
Politieke kopstukken spraken er schande van, maar vooral de toenmalige minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yesilgöz (VVD), kwam in het middelpunt van de storm te staan.
Uit nieuwe documenten blijkt dat de aanpak van die crisis niet alleen chaotisch was, maar ook juridisch en moreel bijzonder twijfelachtig.
Het buitenspel zetten van eigen juristen
Wat nu aan het licht komt via stukken die NRC in handen kreeg op basis van de Wet Open Overheid, is ronduit opmerkelijk. Yesilgöz koos er bewust voor om haar eigen juridische afdeling, de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ), te negeren.
Deze afdeling geldt normaal gesproken als het juridische geweten van de overheid en kijkt of beleidsplannen juridisch houdbaar zijn. In plaats daarvan werd adviesbureau KPMG ingeschakeld om met mogelijke maatregelen te komen. Daarmee zette de minister de eigen deskundigheid van haar departement opzij.
Volgens de documenten waren de juristen intern zeer kritisch. Ze waarschuwden dat verschillende plannen juridisch “kwetsbaar” en “niet te rechtvaardigen” waren.
Toch kregen deze waarschuwingen nooit de kans om de minister te bereiken, omdat memo’s onderweg “gekuist” werden. Kritische notities verdwenen en werden vervangen door neutralere versies. Daarmee werd het politieke verhaal belangrijker dan de juridische realiteit.
De rol van KPMG in het crisisplan
KPMG kreeg de opdracht om “zonder taboes” met voorstellen te komen. En dat deden ze. Het rapport bevatte maar liefst 164 mogelijke maatregelen. Sommige voorstellen waren zo extreem dat ze zelfs in Nederland nauwelijks serieus te overwegen waren.
Denk aan enkelbanden voor asielzoekers of het oprichten van een zwaar bewaakt detentiecentrum op Schiermonnikoog, naar Grieks voorbeeld. Het idee van een soort “Samos op Schier” was tekenend voor hoe ver de denkrichting ging.
Wat opvalt is dat KPMG veel van deze plannen als ‘haalbaar’ inschaalde. Volgens de latere analyse van DWJZ zaten er echter “behoorlijke haken en ogen” aan. Waar juristen dus waarschuwden voor enorme juridische obstakels, kregen de plannen in het rapport een stempel van uitvoerbaarheid.
Hierdoor werd het politieke pad vrijgemaakt om de maatregelen te presenteren als realistisch en daadkrachtig.
Noodmaatregelen en de kritiek daarop
In augustus 2022 presenteerde het kabinet een pakket aan noodmaatregelen. Daarin zat onder andere het verlengen van beslistermijnen voor asielprocedures en het beperken van nareis – het recht voor gezinsleden om later naar Nederland te komen.
Vooral dit laatste zorgde voor felle kritiek. Het werd gezien als onmenselijk en bovendien in strijd met internationale afspraken.
Desondanks verdedigde Yesilgöz het beleid met de stelling dat er geen andere opties waren om de situatie in Ter Apel onder controle te krijgen. Politiek gezien leek dat een daadkrachtig verhaal, maar in de praktijk bleek het een kaartenhuis.
Niet veel later verklaarden rechtbanken in het hele land de maatregelen ongeldig. Uiteindelijk veegde de Raad van State de plannen in 2023 definitief van tafel. Daarmee bleek precies uit te komen wat de eigen juristen al voorspeld hadden: het beleid was juridisch niet houdbaar.
De nasleep en nieuwe wetsvoorstellen
Wat de kwestie extra schrijnend maakt, is dat de politiek zich niet liet afschrikken door deze nederlagen. Ondanks de vernietigende oordelen van rechters en de Raad van State werden de ideeën uit het KPMG-rapport in een nieuwe vorm opnieuw ingediend.
Ook het demissionaire kabinet dat in 2024 en 2025 aan de macht was, diende wetsvoorstellen in die in essentie teruggrepen op dezelfde, inmiddels onhaalbaar gebleken, plannen.
Dit gebeurde zelfs terwijl de Raad van State en de Nederlandse Orde van Advocaten opnieuw waarschuwden dat dergelijke maatregelen strijdig waren met het recht en onmogelijk uit te voeren. De waarschuwingen werden genegeerd, wat de indruk wekte dat politieke profilering belangrijker werd gevonden dan werkbare oplossingen.
Een crisis van politiek vertrouwen
De onthullingen roepen een bredere vraag op: hoe ver mag een minister gaan om een crisis te bezweren? In plaats van het volgen van juridische kaders en adviezen, koos Yesilgöz voor een route waarbij externe consultants de toon zetten.
Dit voedt de kritiek dat grote adviesbureaus een te dominante rol hebben gekregen in beleidsvorming.
Bovendien ondermijnt het vertrouwen in de politiek, want burgers mogen verwachten dat wetten en regels leidend zijn – niet politieke windowdressing.
Vooral in een dossier dat zoveel emoties oproept als asielopvang, is het cruciaal dat beleid zowel menselijk als juridisch houdbaar is.
De gebeurtenissen rondom Ter Apel laten zien dat dit niet het geval was. De keuzes van toenmalig minister Yesilgöz hebben niet alleen geleid tot juridische afwijzingen, maar ook tot een beschadigd vertrouwen in hoe crises worden aangepakt.
Waarom deze kwestie nog steeds relevant is
Het is makkelijk om terug te kijken en te zeggen dat het allemaal beter had gemoeten. Toch is deze kwestie anno nu nog steeds actueel.
Nederland worstelt nog altijd met de opvang van asielzoekers. Ter Apel blijft regelmatig symbool staan voor het tekort aan capaciteit. De vraag is of de huidige en toekomstige kabinetten wel de lessen hebben geleerd van 2022 en 2023.
De kern is duidelijk: juridisch houdbare maatregelen zijn noodzakelijk. Zolang politici hun eigen experts buitenspel zetten, dreigt de geschiedenis zich te herhalen.
En zolang adviesbureaus een doorslaggevende rol spelen, rijst de vraag wie er werkelijk aan de knoppen zit: gekozen bewindspersonen of commerciële consultants.
Conclusie
De asielcrisis in Ter Apel werd destijds gepresenteerd als een probleem dat met harde maatregelen moest worden opgelost. Yesilgöz koos ervoor om externe partijen als KPMG leidend te maken, terwijl de eigen juristen genegeerd werden.
De uitkomst was voorspelbaar: plannen die onmenselijk en onuitvoerbaar bleken, en die uiteindelijk door de rechter werden vernietigd.
De vraag die blijft hangen is of de politiek dit debacle serieus genoeg neemt. Want zolang beleid gebaseerd wordt op rapporten van consultants in plaats van op de juridische werkelijkheid, blijft de kans groot dat Nederland opnieuw dezelfde fouten maakt.