Belasting betalen: niemand staat er om te springen, maar het is nu eenmaal onderdeel van het leven. Toch verschilt het enorm per land hoeveel je precies moet afdragen aan de belastingdienst.

In sommige landen loopt het percentage flink op, terwijl je in andere landen nauwelijks iets hoeft af te staan. Hoe zit dat precies? En waarom kiezen steeds meer mensen ervoor om Nederland te verruilen voor een land met lagere belastingdruk?
Nederland: hoog op de lijst, maar niet de absolute koploper
Nederland staat bekend om z’n hoge belastingdruk, en dat is niet zonder reden. Wie in Nederland een goed inkomen verdient, zit al snel in de derde belastingschijf en betaalt daar 49,5 procent belasting over. Daarmee hoort Nederland bij de top 10 landen met de hoogste inkomstenbelasting.
En dat is niet alleen inkomstenbelasting – ook vermogensbelasting, btw, accijnzen, hondenbelasting en wegenbelasting tikken flink aan. Alles wordt hier belast, of het nu om bezit, verbruik of inkomen gaat.
Toch zijn er landen waar het nóg hoger ligt. Neem bijvoorbeeld Denemarken. Daar betalen mensen tot wel 55,9 procent belasting over hun inkomen.
Ook Oostenrijk (55 procent) en België (50 procent) doen flink mee. Andere bekende landen met hoge tarieven zijn Frankrijk, Spanje en Finland. Opvallend is dat dit allemaal West-Europese landen zijn, waar sociale voorzieningen goed geregeld zijn.
Waarom kiezen landen voor zulke hoge tarieven?
Landen met hoge belastingtarieven bieden in ruil vaak uitgebreide sociale voorzieningen. In Denemarken is studeren gratis, wordt er gewerkt aan een vierdaagse werkweek en profiteren burgers van een solide pensioenstelsel.
In België en Frankrijk geldt hetzelfde principe: hoge belastingen zorgen voor betere gezondheidszorg, hogere uitkeringen, goed openbaar vervoer en sociale vangnetten. Veel mensen zijn daar bereid iets meer af te dragen in ruil voor zekerheid en comfort.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat iedereen het ermee eens is. In Nederland klinkt steeds vaker kritiek op de belastingdruk, zeker onder ondernemers en middeninkomens die het gevoel hebben dat ze te weinig terugzien voor wat ze afdragen.
Voor sommigen is dat reden om te verhuizen naar een land met een vriendelijker fiscaal klimaat.
De landen met de laagste inkomstenbelasting
Aan de andere kant van het spectrum zien we landen als Bulgarije en Roemenië. In Bulgarije ligt de inkomstenbelasting op slechts 10 procent.
In Roemenië is dat 16 procent. Ook landen als Moldavië (12 procent), Hongarije (15 procent) en Estland (22 procent) houden het relatief laag. Dat klinkt aantrekkelijk, vooral voor ondernemers of digitale nomaden die niet gebonden zijn aan één locatie.
Toch is er een belangrijke kanttekening: in veel van deze landen zijn de sociale voorzieningen beperkt. Gratis gezondheidszorg of goed pensioen?
Daar moet je vaak zelf voor zorgen. Ook het onderwijs is in veel van deze landen niet gratis of van lagere kwaliteit. Dus ja, je houdt meer geld over – maar je moet ook meer zelf regelen en betalen.
Waarom bestaan er zulke grote verschillen tussen landen?
Het verschil in belastingdruk tussen landen heeft te maken met verschillende politieke en economische keuzes. In landen als Zweden en Denemarken is er sprake van een sociaal contract: de overheid biedt uitgebreide voorzieningen, en burgers betalen daarvoor belasting.
Het idee is dat de samenleving als geheel ervan profiteert. In landen met lage belastingtarieven wordt er meer nadruk gelegd op individuele verantwoordelijkheid. Burgers regelen zelf hun verzekering, onderwijs en pensioen.
Daarnaast speelt ook het gemiddelde inkomen en het niveau van corruptie een rol. In landen met lage inkomens kan een hoge belastingdruk averechts werken, terwijl landen met een goed werkend systeem juist meer kunnen vragen zonder dat het de economie schaadt.
Is verhuizen naar een land met lage belasting aantrekkelijk?
Voor mensen met een internationaal beroep, zoals ondernemers of digital nomads, kan het aantrekkelijk zijn om zich in een land te vestigen met een lage belastingdruk.
Zo kiezen veel Nederlandse ondernemers tegenwoordig voor Portugal, Bulgarije of Dubai, waar de belastingregels aanzienlijk soepeler zijn. Daarbij komt dat het leven in sommige van deze landen ook goedkoper is, waardoor je netto meer overhoudt.
Maar let op: belastingvoordelen zijn niet de enige factor. Je moet ook rekening houden met zaken als kwaliteit van leven, gezondheidszorg, taal, cultuur en politieke stabiliteit.
En ook belangrijk: de regels rondom belastingplicht kunnen complex zijn. Zo kan Nederland je nog steeds als belastingplichtige beschouwen als je bijvoorbeeld hier ingeschreven blijft of een woning bezit.
Nederland blijft belastingzwaar, maar biedt ook stabiliteit
Hoewel Nederland dus niet het land is met de allerhoogste belastingdruk, is het verschil met de koplopers klein.
Toch blijft het een aantrekkelijke plek om te wonen vanwege de stabiliteit, infrastructuur, gezondheidszorg en andere voorzieningen. Maar het is logisch dat mensen zich afvragen of het nog in verhouding staat. Zeker als andere Europese landen veel aantrekkelijker lijken – al dan niet met wat minder luxe.
Samengevat: hier betaal je het meest en minst
De top 5 landen met de hoogste inkomstenbelasting:
Denemarken: 55,9%
Oostenrijk: 55%
België: 50%
Zweden: 52,3%
Nederland: 49,5%
De top 5 landen met de laagste inkomstenbelasting:
Bulgarije: 10%
Moldavië: 12%
Hongarije: 15%
Roemenië: 16%
Estland: 22%
Of je nu voor zekerheid gaat en liever wat meer afdraagt, of juist zoveel mogelijk zelf wil regelen en besparen op belastingen – uiteindelijk is het een persoonlijke keuze. Maar het is zeker interessant om te zien hoe groot de verschillen zijn in Europa, en hoe belastingbeleid invloed heeft op het leven van miljoenen mensen.
Bron: Metro





