Vera, een vrouw van 56, laat er geen twijfel over bestaan. Ze heeft een uitgesproken mening over tattoos in een professionele omgeving, en dat steekt ze niet onder stoelen of banken. “Het hoort gewoon niet,” zegt ze ferm.
“Mensen met tattoos horen niet in een professionele omgeving. Het is niet netjes en het maakt een onverzorgde indruk.” Haar woorden laten weinig ruimte voor interpretatie, en het gesprek met haar daarover is allesbehalve mild.
“Ik snap echt niet dat bedrijven dit tegenwoordig accepteren,” begint Vera haar relaas. “Een dokter, een advocaat, een leerkracht… die horen er netjes uit te zien. Tattoos passen daar gewoon niet bij. Hoe kun je nou serieus genomen worden als je arm vol inkt zit?”
Vera vertelt dat ze recentelijk bij haar huisarts kwam en werd geholpen door een arts met een grote tattoo op zijn onderarm. “Ik schrok me kapot,” geeft ze toe. “Ik dacht: dit kan toch niet? Dit is iemand die een voorbeeldfunctie heeft.”
Haar kritiek beperkt zich niet tot een specifieke sector. “Of je nou in de zorg werkt, in een kantooromgeving of ergens anders – tattoos zijn gewoon een afknapper. Het staat rommelig. Het is alsof je een rebel bent die niet wil meedoen met de rest.”
Vera herinnert zich een situatie op haar werk waarbij een nieuwe collega met zichtbare tattoos werd aangenomen. “Iedereen deed alsof het normaal was, maar ik dacht alleen maar: hoe kunnen we dit professioneel noemen?”
Op de vraag of haar mening niet wat ouderwets is, reageert Vera verontwaardigd. “Ouderwets? Nee, dat is gewoon fatsoenlijkheid. Als je in een professionele omgeving werkt, moet je er ook professioneel uitzien.
Dat is altijd zo geweest en dat zou ook zo moeten blijven. Tattoos horen daarbij niet. Punt.”
Haar standpunt roept uiteraard reacties op. Haar kinderen bijvoorbeeld, die inmiddels volwassen zijn, proberen haar vaak uit te leggen dat tattoos tegenwoordig een vorm van zelfexpressie zijn en dat het niks zegt over iemands vaardigheden of werkethiek. Maar daar kan Vera weinig mee.
“Dat is allemaal leuk en aardig,” zegt ze, “maar ik wil toch niet dat mijn accountant me helpt met een schedel op z’n hand? Het haalt gewoon de professionaliteit weg, hoe je het ook wendt of keert.”
De discussie over tattoos en professionaliteit is niet nieuw, maar Vera blijft zich erover verbazen hoe normaal het tegenwoordig lijkt te worden.
“Vroeger werden mensen met tattoos geassocieerd met een ruig leven, zoals zeelieden of mensen in de gevangenis. Nu is het alsof iedereen ermee rondloopt, en dat zou normaal moeten zijn. Sorry, maar dat vind ik gewoon niet.”
Ze haalt aan dat haar generatie een andere norm had. “In mijn tijd werd er veel meer gelet op hoe je jezelf presenteerde. Je had gewoon een verzorgd uiterlijk, punt uit. Dat was belangrijk. Tegenwoordig lijkt het alsof alles maar moet kunnen, zonder grenzen.”
Vera is er duidelijk in: voor haar heeft het niks met modern denken te maken, maar met respect en uitstraling. “Je ziet het toch al als je naar het journaal kijkt? De nieuwslezers zien er altijd keurig uit. Ik wil niet dat dat verandert.”
Haar omgeving denkt niet altijd hetzelfde over het onderwerp, en dat leidt geregeld tot wrijving. “Mijn vriendin zei laatst dat haar zoon een baan had gekregen in een kantoor terwijl hij tattoos heeft. Ze vond dat geweldig.
Maar ik kon alleen maar denken: wat zegt dat over dat bedrijf? Ik zou me als klant echt afvragen of ze daar wel serieus zijn.”
Voor Vera lijkt het simpel: tattoos horen in de privésfeer. “Als je ze per se wilt, prima. Maar laat ze dan lekker onder een lange mouw zitten.
Waarom moet iedereen ze zien? Het hoort niet bij je werk, maar bij je persoonlijke leven. En dat moet je scheiden.”
Of haar mening breed gedragen wordt, is een ander verhaal. Toch blijft Vera erbij. “Je kunt me bekritiseren, je kunt me ouderwets noemen, maar ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dit vindt.
Sommige dingen horen gewoon niet in een professionele omgeving. Tattoos zijn daar één van.”