Het accepteren van contant geld in winkels en tankstations lijkt op het eerste gezicht misschien vanzelfsprekend, maar de financiële gevolgen van een dergelijke verplichting blijken aanzienlijk. Volgens recent onderzoek van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Betaalvereniging Nederland en diverse brancheorganisaties, zou deze verplichting in het eerste jaar alleen al een prijskaartje van meer dan 800 miljoen euro met zich meebrengen.
En dat is nog maar het begin, want de jaarlijkse kosten zouden daarna blijven oplopen tot een indrukwekkende 60 miljoen euro.
De reden achter deze hoge kosten is niet eenvoudigweg een kwestie van wat extra kassamedewerkers of een paar geldtransporten. Het gaat om een veel breder scala aan uitgaven. Een groot deel van de investering zit in het aanpassen van de huidige infrastructuur.
Denk bijvoorbeeld aan parkeerautomaten, laadpalen en andere zelfbedieningsautomaten die momenteel alleen pinbetalingen ondersteunen. Voor veel van deze apparaten zou een volledige vervanging nodig zijn om contante betalingen mogelijk te maken, wat natuurlijk flink in de papieren loopt.
Naast de eenmalige kosten voor het aanpassen of vervangen van automaten, zijn er ook doorlopende kosten. Het ophalen en storten van contant geld is een tijdrovend proces dat logistiek gezien niet altijd eenvoudig is.
Geldtransporteurs rekenen hier fors voor, en ondernemers die het zelf regelen, moeten rekening houden met zowel tijd als veiligheidsrisico’s. Daarbij komen de kosten van extra onderhoud aan apparaten die contant geld accepteren.
Dit onderhoud is nodig omdat dergelijke automaten gevoeliger zijn voor storingen en slijtage dan pin-only systemen.
De vraag waarom er überhaupt wordt gesproken over een acceptatieplicht van contant geld komt voort uit Europees beleid. In meerdere landen in Europa is contant geld nog steeds de norm voor veel transacties, en het is duidelijk dat de Europese Unie het belang van contante betalingen niet wil laten verdwijnen.
Contant geld biedt immers anonimiteit en toegankelijkheid voor mensen die geen gebruik willen of kunnen maken van digitale betalingsmethoden. In Nederland geldt deze verplichting momenteel nog niet, maar de discussie wordt steeds relevanter.
Wat opvalt, is dat de Nederlandse overheid tegelijkertijd werkt aan plannen om contante betalingen vanaf 3000 euro te verbieden. Dit moet het witwassen van geld moeilijker maken en criminele activiteiten ontmoedigen.
Deze tegengestelde dynamiek, waarbij contant geld enerzijds wordt beperkt en anderzijds verplicht gesteld, zorgt voor enige verwarring. Voor ondernemers betekent het in ieder geval dat zij waarschijnlijk kosten zullen moeten maken, ongeacht welke kant het beleid uiteindelijk opgaat.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom veel ondernemers kritisch zijn over een eventuele verplichting. Met name in sectoren waar contant geld steeds minder wordt gebruikt, zoals tankstations en grotere winkels, is het lastig te verantwoorden om zulke grote investeringen te doen.
Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren juist ingezet op digitalisering van betalingen, wat sneller, veiliger en efficiënter is. De vraag is dan ook of een verplichte acceptatie van contant geld niet eerder een stap terug is dan vooruitgang.
Tegelijkertijd blijven er consumenten en organisaties die de waarde van contant geld benadrukken. Voor sommige mensen is contant betalen een manier om controle te houden over hun uitgaven. Ook ouderen en mensen zonder toegang tot digitale betaalmiddelen zijn vaak afhankelijk van cash.
Voor hen betekent het verdwijnen van contante betaalopties een verlies aan vrijheid en toegankelijkheid. Dit zorgt voor een maatschappelijk debat waarin belangen van consumenten en ondernemers met elkaar botsen.
De toekomst van contant geld in Nederland blijft dus onzeker. Wat wel zeker is, is dat de discussie de komende jaren nog veel stof zal doen opwaaien.
Of contant geld nu verdwijnt, blijft of slechts beperkt beschikbaar wordt, de impact op ondernemers, consumenten en het betalingsverkeer in het algemeen zal aanzienlijk zijn.
Voor nu lijkt het erop dat de kosten van een acceptatieplicht voor contant geld een belangrijk argument zullen blijven in het gesprek over de betaalmogelijkheden van morgen.