Het voelt bijna ondenkbaar in een land waar de fiets heilig is, maar steeds vaker klinkt het idee: gewone fietsen weren uit drukke binnensteden. Steden als Amsterdam, Utrecht en Rotterdam zitten met de handen in het haar.
De fietspaden slibben dicht, het aantal ongelukken stijgt en voetgangers moeten zich door een woud van geparkeerde fietsen worstelen. Tijd voor maatregelen, zeggen beleidsmakers. Maar betekent dat echt dat de gewone fiets straks uit het straatbeeld verdwijnt?
Fietsen in de knel door… te veel fietsen
Nederlanders zijn dol op fietsen. Met gemiddeld 1,3 fiets per inwoner is er geen ander land waar zoveel wordt gefietst.
In steden is het dé manier om snel van A naar B te komen. Maar juist dat succes is nu een probleem aan het worden. De fietspaden zijn niet ontworpen voor de enorme aantallen die er dagelijks gebruik van maken.
Vooral in grote steden loopt het vast. In de spits is er amper ruimte om door te fietsen. Snelle e-bikes, bakfietsen, speed pedelecs en gewone fietsers zitten elkaar in de weg.
Langzaam verkeer voelt zich opgejaagd, snelle fietsers raken gefrustreerd en voetgangers zien de fiets als een plaag omdat stoepen en pleinen vol geparkeerde rijwielen staan.
“Het is een chaos,” zegt stadsplanner Koen van der Meer. “We hebben jarenlang ingezet op de fiets als hét vervoersmiddel, maar nu zien we de keerzijde. De infrastructuur kan het gewoon niet aan.”
Nieuwe regels op komst?
Om de drukte te verminderen, kijken verschillende steden naar drastische maatregelen. Een van de ideeën die steeds vaker opduikt: beperkingen op gewone fietsen in de drukste delen van de stad. Dit zou kunnen betekenen dat sommige gebieden alleen nog toegankelijk zijn voor voetgangers, deelvervoer of elektrische fietsen.
In Amsterdam wordt al geëxperimenteerd met autoluwe zones waar fietsen ook niet meer overal welkom zijn. Utrecht overweegt een systeem waarbij sommige straten in bepaalde tijden van de dag verboden terrein worden voor gewone fietsers.
Rotterdam denkt aan fietsparkeerzones buiten het centrum, waar mensen hun fiets achterlaten en verder moeten lopen of overstappen op deelvervoer.
Volgens Van der Meer is dit een logische stap. “We moeten realistisch zijn. De ruimte in de binnenstad is beperkt. Als we iedereen daar willen laten fietsen, gaat het mis. Dan moeten we keuzes maken.”
Elektrische fietsen nemen het over
Een ander opvallend gevolg van de plannen: de opkomst van de elektrische fiets wordt steeds meer gestimuleerd, ten koste van de gewone fiets.
Beleidsmakers zien e-bikes als een efficiënter vervoersmiddel. Ze zijn sneller, waardoor mensen minder lang op de fietspaden blijven hangen. Bovendien kunnen ze grotere afstanden afleggen, wat de druk op binnensteden kan verlagen.
“Elektrische fietsen en speed pedelecs zijn de toekomst,” zegt mobiliteitsdeskundige Eva Jansen. “Mensen willen sneller en comfortabeler reizen. Een gewone fiets is voor veel forenzen gewoon niet meer praktisch.”
Veel gemeenten geven nu al subsidie op e-bikes, terwijl gewone fietsen juist minder worden gestimuleerd. De verwachting is dat dit beleid in de toekomst alleen maar wordt uitgebreid.
Protesten tegen het plan
Niet iedereen is blij met deze ontwikkelingen. Fietsersbonden en milieugroepen zijn fel tegen het idee om gewone fietsen uit de binnenstad te weren. Ze vinden dat het juist de meest duurzame manier van vervoer is en vrezen dat fietsen zo steeds meer een luxeproduct wordt.
“Dit is de omgekeerde wereld,” zegt Martine de Vries van de Fietsersbond. “Jarenlang werd de fiets gepromoot als het ideale vervoersmiddel. En nu het populairder is dan ooit, wordt het ontmoedigd. Dat slaat nergens op.”
Ook veel bewoners zien het niet zitten. Vooral ouderen en mensen die geen e-bike kunnen betalen, voelen zich buitengesloten. “Waarom zou ik ineens een dure elektrische fiets moeten kopen om in mijn eigen stad te mogen fietsen?” vraagt Amsterdammer Pieter (62) zich af.
Alternatieven om de chaos te beperken
Critici vinden dat er betere oplossingen zijn dan een verbod op gewone fietsen. Bijvoorbeeld door de fietsinfrastructuur slimmer in te richten.
In steden als Kopenhagen en Berlijn zijn er al aparte fietspaden voor snelle en langzame fietsers, waardoor het verkeer beter stroomt.
Een andere optie is om strengere handhaving in te voeren op foutparkeren en asociaal rijgedrag. Veel problemen ontstaan doordat fietsen overal worden neergezet en mensen zich niet aan de regels houden. Met betere stalling en duidelijke regels zou de druk al flink kunnen afnemen.
Gaat de gewone fiets echt verdwijnen?
Voorlopig blijft de gewone fiets nog welkom in de binnensteden, maar de signalen zijn duidelijk: de fiets zoals we die nu kennen, staat onder druk. Elektrische fietsen krijgen steeds meer voorrang, en de ruimte voor gewone fietsen wordt beperkter.
Het is nog maar de vraag hoe ver steden hierin durven te gaan. Een volledig verbod zal waarschijnlijk niet snel gebeuren, maar de kans is groot dat de gewone fiets steeds minder vanzelfsprekend wordt in het straatbeeld.
“Het is een kwestie van tijd,” denkt Van der Meer. “Over tien, misschien twintig jaar, kijken we terug en beseffen we dat de gewone fiets langzaam uit de stad is verdwenen. Niet omdat het moest, maar omdat de ruimte simpelweg op was.”