Voor veel mensen is de auto onmisbaar. Of het nu gaat om woon-werkverkeer, kinderen naar school brengen of simpelweg boodschappen doen: autorijden is voor miljoenen Nederlanders onderdeel van het dagelijks leven. Maar met de almaar stijgende brandstofprijzen, extra kosten voor elektrisch laden en nieuwe belastingen in het vooruitzicht, groeit de zorg. Want wordt autorijden straks alleen nog betaalbaar voor de rijken?
De plannen die momenteel op tafel liggen, zorgen in ieder geval voor veel discussie. Onder het mom van verduurzaming en CO2-reductie overweegt de overheid nieuwe klimaatmaatregelen die direct invloed hebben op autobezit en -gebruik.
Het doel? Minder uitstoot. Maar de gevolgen voor de portemonnee van de gemiddelde automobilist kunnen fors zijn.
Kilometerheffing komt eraan
Een van de grootste veranderingen waarover al jaren wordt gesproken, is de invoering van een zogenoemde kilometerheffing.
In plaats van vaste wegenbelasting zou je in de toekomst gaan betalen per kilometer die je rijdt. Het idee is simpel: wie meer rijdt, betaalt meer. En wie zuinig of elektrisch rijdt, betaalt minder.
Op papier klinkt dat eerlijk. Maar in de praktijk vrezen veel mensen voor hogere kosten. Zeker mensen die in landelijke gebieden wonen en afhankelijk zijn van hun auto, kunnen flink duurder uit zijn.
Want openbaar vervoer is lang niet overal een alternatief. En als je dagelijks tientallen kilometers moet afleggen voor je werk, dan tikt zo’n heffing snel aan.
Brandstof steeds duurder
Ook de accijnzen op brandstof blijven stijgen. De tijdelijke verlaging die tijdens de energiecrisis werd doorgevoerd, wordt naar verwachting volledig teruggedraaid.
En daar bovenop komt nog een CO2-heffing, bedoeld om de milieuschade van brandstoffen door te rekenen aan de gebruiker.
Dat betekent concreet: de pompprijs gaat omhoog. Volgens berekeningen van het ministerie kan een liter benzine daardoor meer dan 25 cent duurder worden.
Voor dieselrijders komt daar nog meer bovenop. En wie denkt dat overstappen op elektrisch rijden dan de oplossing is, komt ook van een koude kermis thuis.
Ook elektrisch rijden wordt duurder
Lang gold elektrisch rijden als de groene, goedkope toekomst. Lagere wegenbelasting, subsidies en geen accijnzen. Maar die voordelen verdwijnen langzaam.
De wegenbelasting voor elektrische auto’s wordt vanaf 2026 geleidelijk ingevoerd, en ook het gratis laden aan publieke laadpalen zal verdwijnen.
Bovendien wordt er gesproken over een heffing op het laden van stroom voor EV’s, een soort ‘elektrische accijns’.
Daarnaast zijn de aanschafprijzen van elektrische auto’s vaak fors hoger dan die van een vergelijkbare benzine- of dieselauto.
En hoewel er subsidies zijn, gelden die meestal voor goedkopere modellen. Voor gezinnen met een klein budget is zo’n overstap dus lang niet altijd haalbaar.
De klimaatdoelen drukken zwaar op de automobilist
Nederland heeft zich verbonden aan strenge klimaatdoelstellingen. Minder CO2-uitstoot, schonere lucht, en duurzamer transport.
Om dat te bereiken, wil het kabinet het autoverkeer “vergroenen” en ontmoedigen. Maar in plaats van investeringen in betaalbare alternatieven, worden nu vooral lasten verhoogd.
Organisaties als de ANWB en BOVAG luiden al langer de noodklok. Zij wijzen erop dat mobiliteit voor veel mensen geen luxe is, maar noodzaak.
De auto is voor veel werkenden, mantelzorgers en gezinnen simpelweg onmisbaar. Als het beleid alleen maar inzet op hogere kosten, zonder goed alternatief, worden mensen buitenspel gezet.
Wie betaalt de prijs?
Een veelgehoorde klacht is dat het klimaatbeleid oneerlijk uitpakt. Want mensen met een hoger inkomen kunnen zich makkelijker aanpassen.
Zij kopen een elektrische auto, installeren een laadpaal aan huis en profiteren van subsidies. Maar voor wie in een huurhuis woont of geen spaargeld heeft, is verduurzaming geen optie.
“De rekening komt steeds bij dezelfde groep terecht,” zeggen critici. “De hardwerkende Nederlander in een benzineauto uit 2011 betaalt straks de hoofdprijs, terwijl multinationals vrijstellingen krijgen.”
Het is een punt dat leeft, zeker buiten de Randstad.
Wat kun je verwachten?
Als alle huidige plannen doorgaan, zal autorijden de komende jaren onherroepelijk duurder worden.
De combinatie van hogere accijnzen, nieuwe CO2-heffingen, de invoering van kilometerheffing én het afbouwen van voordelen voor elektrische rijders zorgt voor een stijgende lijn in de kosten.
Tegelijkertijd blijven investeringen in openbaar vervoer, infrastructuur en betaalbare alternatieven achter. Daardoor voelen veel mensen zich in de kou staan.
Zeker nu het leven al duurder wordt door inflatie, hoge energiekosten en stijgende huurprijzen.
Tijd voor een eerlijker beleid?
De roep om een eerlijker, realistischer mobiliteitsbeleid wordt steeds luider. Niet omdat mensen tegen duurzaamheid zijn – integendeel.
Maar omdat de manier waarop nu gestuurd wordt, te veel mensen raakt die geen andere keuze hebben dan de auto.
Voorstanders van een andere koers pleiten voor een combinatie van slimme stimulansen en haalbare maatregelen. Investeer in betere bereikbaarheid op het platteland.
Maak elektrisch rijden écht bereikbaar voor iedereen. En zorg dat mensen niet gestraft worden voor keuzes waar ze weinig invloed op hebben.
Wordt autorijden een luxeproduct?
Als de huidige lijn wordt doorgezet zonder aanpassingen, dreigt autorijden voor een groeiende groep Nederlanders onbetaalbaar te worden.
De vraag is dan ook of het kabinet bereid is om dat risico te nemen – of dat er toch een meer gebalanceerde aanpak komt.
Voor nu blijft het afwachten. Maar één ding is zeker: autorijden, iets wat ooit vanzelfsprekend was, staat steeds meer onder druk.
En dat is iets waar veel mensen zich – terecht – zorgen over maken.