Iedereen voelt het: de kassabon wordt langer, de rekening hoger. Boodschappen doen is allang niet meer het makkelijke rondje door de supermarkt van vroeger.
Veel mensen vragen zich dan ook hardop af: zijn boodschappen in Nederland nou echt zoveel duurder geworden? En hoe verhoudt dat zich eigenlijk tot onze buurlanden zoals België en Duitsland?
Wat blijkt? Het antwoord is niet zo zwart-wit als je misschien denkt. In sommige opzichten zijn we hier juist goedkoper uit.
Maar op andere vlakken lopen de prijzen flink op – en dat zorgt voor verbaasde gezichten én lege portemonnees.
Nederlandse prijzen: waar zit ‘m de pijn?
De eerste klap voel je bij de basisproducten. Brood, kaas, melk, groenten: het zijn alledaagse dingen die de afgelopen jaren allemaal flink duurder zijn geworden.
Vooral in 2022 en 2023 gingen de prijzen keihard omhoog, door de hoge inflatie en de stijgende energieprijzen. Veel supermarkten hebben hun prijzen aangepast en volgens veel consumenten is er weinig van de oude ‘voordeelprijzen’ overgebleven.
Een gemiddelde boodschappentas met basisproducten kost in Nederland tegenwoordig zo’n 15 tot 20 procent meer dan een paar jaar geleden.
En dan hebben we het nog niet over luxeproducten of merkartikelen. Daar schieten de prijzen pas écht omhoog.
Volgens recente cijfers van het CBS ligt de voedselinflatie in Nederland nog steeds hoger dan gemiddeld in Europa. En dat merken we. “Ik koop nu veel meer huismerken en sla regelmatig bepaalde dingen over,” zegt Anouk uit Amersfoort. “Een blok kaas van zeven euro? Dat doe ik niet meer.”
Vergelijking met Duitsland: goedkoper én meer keuze
Steeds meer Nederlanders steken de grens over voor een goedkopere winkelwagen. In Duitsland is het namelijk op veel vlakken stukken voordeliger.
Met name vlees, zuivel en drogisterij-artikelen zijn bij onze oosterburen opvallend goedkoper. En dat terwijl het aanbod er vaak groter is, zeker bij ketens als Kaufland of Edeka.
Hoe dat komt? Simpel: Duitsland heeft lagere btw op voedsel en veel grotere concurrentie onder supermarkten. Daarnaast zijn de loonkosten lager en worden bepaalde producten lokaal geproduceerd, wat scheelt in transportkosten.
“Ik rijd elke maand naar Duitsland om groot in te slaan,” vertelt Dennis uit Enschede. “Ik bespaar soms wel vijftig euro op één volle kofferbak. En je merkt dat de kwaliteit daar ook gewoon goed is.”
En dan België… duurder dan gedacht
België is een ander verhaal. Hoewel veel Nederlanders denken dat het daar goedkoper is, ligt dat genuanceerder.
Supermarkten in België zijn vaak duurder dan in Nederland, vooral als het gaat om merkproducten en snacks. Wat wél voordeliger is, zijn alcohol, wijn en sommige seizoensproducten.
Toch loont het voor grensbewoners niet altijd om naar België te rijden voor de wekelijkse boodschappen. De prijzen liggen daar gemiddeld 5 tot 10 procent hoger dan in Nederland, afhankelijk van waar je winkelt. Wel zijn er meer lokale producten in het assortiment, en worden biologische of ambachtelijke artikelen er vaker aangeboden.
Waarom is Nederland dan toch zo duur geworden?
Er zijn meerdere redenen waarom we de boodschappen in Nederland als ‘duur’ ervaren. Allereerst is daar de btw op voedsel: in Nederland ligt die op 9 procent, terwijl landen als Duitsland en Frankrijk daar soms 5 procent of minder voor rekenen. Dat tikt aan op de kassabon.
Daarnaast speelt de concurrentie onder supermarkten hier een rol. Hoewel we grote ketens als Albert Heijn, Jumbo en Lidl hebben, is het marktaandeel sterk verdeeld. Dat zorgt voor minder prijsoorlogen en dus hogere marges. Daarbij komt nog dat veel Nederlandse supermarkten inzetten op duurzaamheid en verantwoorde producten, wat de prijs vanzelf opdrijft.
Volgens economisch analist Marco van der Weijden heeft het ook te maken met onze koopkrachtbeleving. “Nederlanders zijn gewend geraakt aan scherpe prijzen. Toen de inflatie toesloeg, werd dat contrast ineens enorm zichtbaar. De winkelkar voelt nu simpelweg veel zwaarder aan in de portemonnee.”
Slim boodschappen doen: dit kun je wél doen
Gelukkig zijn er manieren om de pijn een beetje te verzachten. Steeds meer mensen gaan kritisch kijken naar aanbiedingen, wisselen vaker van supermarkt en kiezen bewust voor goedkopere huismerken.
Ook het combineren van winkels – bijvoorbeeld de groenteboer voor verse producten en de drogisterij voor verzorging – kan flink schelen.
Daarnaast is het populairder dan ooit om boodschappen te doen over de grens. Apps en forums geven overzichtelijke prijsvergelijkingen, zodat je weet wat waar het goedkoopst is. En wie de tijd neemt om weekaanbiedingen te volgen, kan op jaarbasis honderden euro’s besparen.
Conclusie: ja, we betalen meer – maar niet overal
Dus… zijn boodschappen in Nederland duurder dan in onze buurlanden? In veel gevallen wel, maar het hangt sterk af van wat je koopt én waar.
Duitsland scoort gemiddeld beter op prijs én aanbod, terwijl België ons op sommige vlakken nog weet te overtreffen in prijs. Toch is het verschil niet altijd zwart-wit.
Wat wél vaststaat: Nederlanders ervaren hun boodschappen als fors duurder dan vroeger. En dat gevoel is niet zomaar ingegeven – het is gebaseerd op keiharde prijsstijgingen die inmiddels nauwelijks nog gecompenseerd worden door loonontwikkeling of belastingvoordelen.
Voor veel huishoudens betekent dat: slimmer inkopen, vaker vergelijken, en misschien toch af en toe de grens over. Want één ding is zeker – iedereen wil goed eten voor een eerlijke prijs. En dat lijkt tegenwoordig een stuk meer moeite te kosten dan we gewend zijn.