De subsidiepot voor de aanschaf van nieuwe elektrische auto’s is volledig uitgeput. Met een budget van 58 miljoen euro was deze regeling bedoeld om kopers van nieuwe elektrische voertuigen financieel te ondersteunen.
Nu deze middelen zijn opgebruikt, moeten consumenten zonder subsidie een nieuwe elektrische auto aanschaffen. Maar wat betekent dit voor de toekomst van elektrisch rijden en welke alternatieven zijn er nog beschikbaar?
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft bekendgemaakt dat de subsidiepot voor nieuwe elektrische auto’s helemaal leeg is.
Het beschikbare bedrag van 58 miljoen euro is opgegaan aan subsidieaanvragen van particulieren. Dit jaar konden consumenten een subsidie van 2950 euro per nieuwe elektrische auto aanvragen. Door de populariteit van de regeling is het budget nu volledig verbruikt.
Hoewel er geen extra geld wordt toegevoegd, hoeven consumenten met een lopende aanvraag nog niet te wanhopen. Volgens de RVO worden sommige aanvragen nog beoordeeld, en het komt voor dat aanvragen worden afgewezen of ingetrokken. Dit kan betekenen dat er incidenteel toch weer budget vrijkomt.
De subsidie voor tweedehands elektrische auto’s is nog niet helemaal op. Voor gebruikte elektrische voertuigen werd eerder dit jaar een pot van 29,4 miljoen euro beschikbaar gesteld, die al in de zomer uitgeput was.
Om aan de aanhoudende vraag te voldoen, werd in september 23,1 miljoen euro extra vrijgemaakt. Hiervan is op dit moment nog ongeveer 6,7 miljoen euro over.
Particulieren kunnen hiermee bij de aankoop van een gebruikte elektrische auto een subsidie van 2000 euro aanvragen. Dit is een aantrekkelijke optie voor mensen die geen nieuwe, maar een goedkopere tweedehands elektrische auto overwegen.
De SEPP-regeling (Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren), zowel voor nieuwe als gebruikte elektrische auto’s, stopt volledig aan het einde van 2023. Het nieuwe kabinet heeft besloten de regeling niet voort te zetten.
Vanaf 2024 zijn kopers van elektrische voertuigen dus volledig op zichzelf aangewezen. De subsidieregeling heeft in totaal bijgedragen aan de aanschaf van ongeveer 100.000 elektrische auto’s, maar zonder verdere financiële prikkels zullen consumenten mogelijk minder snel overstappen naar elektrisch rijden.
Een andere belangrijke verandering voor elektrische automobilisten is de invoering van wegenbelasting. Elektrische auto’s zijn zwaarder dan brandstofauto’s door het gewicht van de accu’s. Hoewel deze voertuigen tot nu toe vrijgesteld waren van wegenbelasting, komt hier vanaf 2024 verandering in.
Elektrische automobilisten krijgen vanaf volgend jaar een korting van 75 procent op de wegenbelasting ten opzichte van een vergelijkbare brandstofauto. In 2026 daalt deze korting naar 25 procent, en vanaf 2030 wordt er geen korting meer gegeven.
Voor veel eigenaren van elektrische auto’s zal dit een flinke kostenpost betekenen. Door het hogere gewicht van elektrische voertuigen kan de wegenbelasting enkele honderden euro’s hoger uitvallen dan voor een vergelijkbare benzine- of dieselauto.
Verschillende milieuorganisaties en brancheverenigingen maken zich zorgen over de mogelijke gevolgen van deze maatregelen.
Subsidies hebben de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld bij het stimuleren van de verkoop van elektrische voertuigen. Zonder deze financiële ondersteuning én met stijgende kosten door wegenbelasting, kan de overstap naar elektrisch rijden voor veel consumenten minder aantrekkelijk worden.
Elektrische auto’s zijn weliswaar goedkoper in gebruik vanwege lagere energiekosten en minder onderhoud, maar de hogere aanschafprijs blijft een obstakel. Voor veel consumenten waren subsidies een doorslaggevende factor bij de keuze voor een elektrische auto.
De uitfasering van subsidies en de invoering van wegenbelasting komen op een moment dat de overheid probeert het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Om de klimaatdoelen te halen, is een grootschalige overstap naar elektrische voertuigen nodig.
Het wegvallen van financiële prikkels kan echter leiden tot een vertraging in de adoptie van elektrische auto’s, vooral in de particuliere sector.
Voor consumenten die overwegen een elektrische auto te kopen, blijft het voorlopig aantrekkelijker om te kiezen voor een tweedehands model, zolang er nog subsidie beschikbaar is. Daarnaast zijn er alternatieve financieringsopties en leaseconstructies die de kosten kunnen verlagen.
Met het stoppen van de SEPP-regeling en de invoering van wegenbelasting wordt duidelijk dat elektrisch rijden in Nederland een nieuwe fase ingaat. Of deze veranderingen de transitie naar een duurzamer wagenpark vertragen, zal de komende jaren blijken. Tot die tijd blijft het zaak voor zowel de overheid als de auto-industrie om elektrische voertuigen aantrekkelijk te houden voor consumenten.
