Wie hoopte dat de huizenprijzen in 2025 eindelijk wat zouden afkoelen, komt bedrogen uit. Volgens de nieuwste prognose van ABN AMRO stijgen de prijzen dit jaar met gemiddeld 8 procent – een bijstelling van de eerdere verwachting van 7 procent.
De reden? Hogere lonen, een hardnekkig woningtekort en een licht gedaalde hypotheekrente. Daarmee blijft de woningmarkt ongekend duur, en lijkt het einde van de prijsstijgingen voorlopig niet in zicht.
Gemiddelde koopwoning nu ruim 471.000 euro
De gemiddelde koopwoning in Nederland kost momenteel meer dan 471.000 euro. Daarmee ligt de prijs bijna 50 procent hoger dan in 2020, nog maar vijf jaar geleden.
Voor veel starters en middeninkomens voelt het alsof een eigen huis steeds verder buiten bereik raakt. Zelfs mensen met een modaal inkomen hebben moeite om een woning te kopen zonder financiële hulp van ouders of een partner.
De stijging van de huizenprijzen is niet nieuw, maar de snelheid waarmee het nu weer toeneemt is opvallend. Na een korte periode van afvlakking in 2023 leek er wat lucht te komen in de markt, maar dat is dus van korte duur gebleken.
Waarom stijgen de huizenprijzen weer zo hard?
Volgens economen van ABN AMRO spelen meerdere factoren mee in de versnelde stijging. De belangrijkste oorzaken zijn:
Stijgende lonen: Door krapte op de arbeidsmarkt zijn de lonen in veel sectoren omhooggegaan. Hogere inkomens zorgen ervoor dat mensen meer kunnen lenen, waardoor ook de huizenprijzen stijgen.
Woningtekort blijft nijpend: Er is simpelweg nog steeds een groot tekort aan woningen. Vooral in stedelijke gebieden zijn huizen schaars, wat de prijzen opdrijft. De bouw van nieuwe woningen loopt achter op de doelstellingen, en procedures duren vaak te lang.
Licht gedaalde hypotheekrente: Hoewel de rente niet zo laag is als enkele jaren geleden, is deze wel weer iets gedaald. Daardoor kunnen kopers weer iets meer lenen, wat de vraag opnieuw vergroot.
Minder aanbod op de markt: Veel huizenbezitters stellen de verkoop van hun woning uit, in de hoop op nog hogere prijzen. Hierdoor blijft het aanbod beperkt, wat de concurrentie tussen kopers versterkt.
2025 bijna net zo ‘heet’ als 2024
Volgens ABN AMRO stijgen de prijzen in 2025 bijna net zo hard als in 2024. Vorig jaar lag de gemiddelde stijging op iets boven de 8 procent.
Met de bijgestelde prognose voor dit jaar lijkt die lijn zich gewoon voort te zetten. Dat betekent dat het prijsniveau in recordtempo verder omhoog kruipt, ondanks economische onzekerheden en zorgen over betaalbaarheid.
De voorspelling van ABN AMRO past binnen een bredere trend. Ook andere banken en onderzoeksbureaus waarschuwen al langer dat de woningmarkt krapper is dan ooit.
Bouwplannen worden vertraagd door stikstofregels, personeelstekorten en stijgende bouwkosten. En zolang de vraag groter is dan het aanbod, blijven de prijzen stijgen.
Starters steeds verder in het nauw
Voor starters wordt de situatie met het jaar nijpender. Zonder hulp van ouders of erfbelastingvrij schenken wordt het bijna onmogelijk om een woning te kopen.
De hypotheekruimte stijgt wel mee met het inkomen, maar niet voldoende om de hoge woningprijzen bij te benen. Bovendien is de concurrentie groot: beleggers, doorstromers en tweeverdieners hebben vaak een voorsprong op de markt.
Sommige gemeenten proberen starters te helpen met regelingen zoals koopgarant, zelfbewoningsplicht of erfpachtconstructies, maar dat zijn vaak tijdelijke of beperkte oplossingen. Zolang er niet massaal wordt bijgebouwd, blijft de woningmarkt voor starters een lastige puzzel.
Wat betekent dit voor woningbezitters?
Voor mensen die al een koopwoning hebben, zijn de ontwikkelingen gunstiger. Zij zien de waarde van hun woning toenemen, wat meer overwaarde en financiële ruimte oplevert. Dit kan interessant zijn voor bijvoorbeeld een verbouwing, tweede huis of verhuizing naar een andere regio.
Maar ook daar zitten haken en ogen aan. Wie zijn huis verkoopt, moet vaak zelf ook weer de markt op. En met stijgende prijzen is het verschil tussen verkopen en opnieuw kopen voor veel mensen niet zo groot als het lijkt. Daarnaast lopen maandlasten op door hogere kosten voor energie, belastingen en onderhoud.
Invloed op huren en huurprijzen
De druk op de koopmarkt heeft ook gevolgen voor de huurmarkt. Wie niet kan kopen, is aangewezen op huren – maar daar stijgen de prijzen ook.
Vooral in de vrije sector is het bijna onmogelijk om een betaalbare huurwoning te vinden in de Randstad of populaire regio’s. Wachtlijsten voor sociale huur zijn lang, en tijdelijke contracten zorgen voor onzekerheid.
De stijging van de huizenprijzen zorgt er dus indirect voor dat ook de huurmarkt verder onder druk komt te staan. En dat treft niet alleen starters, maar ook middeninkomens, gescheiden ouders en ouderen die willen verhuizen naar een kleinere woning.
Wat kunnen kopers nog doen in 2025?
Voor wie toch wil kopen, blijft goed voorbereiden essentieel. Banken kijken naar inkomen, vaste lasten en eventuele schulden, dus een stabiele financiële situatie is belangrijk. Daarnaast loont het om breed te zoeken: wie niet per se in een populaire stad hoeft te wonen, vindt mogelijk nog betaalbare alternatieven in de regio.
Ook het inschakelen van een aankoopmakelaar of financieel adviseur kan helpen om sneller te schakelen bij nieuw aanbod. En hoewel de hypotheekrente licht is gedaald, blijft vergelijken tussen aanbieders cruciaal.
Vooruitblik: blijft de huizenmarkt zo duur?
Of de prijzen na 2025 blijven stijgen, hangt af van meerdere factoren. Komt de woningbouw eindelijk op stoom? Gaan de lonen door met stijgen? Blijft de rente laag? En wat doet de politiek met regels rond woningverhuur, beleggers en duurzaamheid?
Voor nu lijkt de trend duidelijk: wie nog droomt van een koopwoning, moet snel zijn of geduld hebben. Want de woningmarkt blijft voorlopig een verkopersmarkt – en het prijskaartje loopt met de maand verder op.
Bron: Nu.nl