Andrea Lagerweij, een 70-jarige vrouw uit Baarn, heeft 37 jaar met veel zorg en liefde in haar huurhuis gewoond. Maar toen ze vorig jaar besloot haar huur op te zeggen, kwam ze voor een enorme verrassing te staan.
De verhuurder eiste dat ze het huis terug zou brengen naar de oorspronkelijke staat, wat haar duizenden euro’s kostte en een zware fysieke en emotionele belasting met zich meebracht. Dit is het verhaal van Andrea’s onvoorziene strijd met haar verhuurder en de oplopende kosten die haar woning in zijn oorspronkelijke staat moesten herstellen.
Opeens een enorme taak
Andrea’s beslissing om haar huur op te zeggen kwam voort uit de hoge kosten die ze niet meer kon betalen. Na 37 jaar in het huis te hebben gewoond, had ze niet verwacht dat het beëindigen van haar huur zo’n ingrijpende gevolgen zou hebben.
De verhuurder, CBRE Investment Management, stelde dat Andrea het huis in de oorspronkelijke staat moest terugbrengen voordat ze de sleutel zou kunnen inleveren. Dit bleek geen simpele taak te zijn.
Een van de eerste eisen was dat Andrea alles moest verwijderen wat door haarzelf was aangepast. Het ging hierbij niet alleen om de vloerbedekking, maar ook om ingebouwde kastjes en zelfs het behang.
Ze moest de muren en plafonds opnieuw laten schilderen, hoewel er al een renovatie gepland was voor de badkamer, wc en keuken, en die zouden slechts een week later uitgevoerd worden. De verhuurder had echter duidelijke richtlijnen die geen ruimte lieten voor enige flexibiliteit. Voor Andrea voelde dit als een harde en onredelijke eis, die verder ging dan wat ze had verwacht.
De tuinproblemen: bomen zonder vergunning verwijderen
Een van de meest frustrerende eisen die Andrea kreeg, had betrekking op haar tuin. Twee gezonde bomen moesten worden verwijderd: een esdoorn van dertig jaar oud en een plataan van vijfentwintig jaar oud. Het was duidelijk dat Andrea deze bomen niet zomaar kon weghalen zonder een kapvergunning, maar de verhuurder stuurde haar de opdracht om dit zonder vergunning te doen – zelfs midden in de nacht.
De suggestie van de verhuurder om dit “stiekem” te doen, toonde een gebrek aan empathie en respect voor Andrea’s situatie. Het voelde alsof ze geen andere keuze had dan deze extreme maatregelen te nemen om de verhuurder tevreden te stellen.
De onredelijke eisen en de fysieke belasting
Andrea vertelde met hoorbare verontwaardiging hoe zwaar ze het had om aan de eisen van haar verhuurder te voldoen. De voortdurende druk om alles te verwijderen en schoon te maken begon een enorme belasting op haar schouders te leggen.
Andrea is 70 jaar oud en het werk was fysiek uitputtend. Ze moest zware klusjes uitvoeren, iets wat een vrouw van haar leeftijd niet eenvoudig kan doen. Daarbij kreeg ze niet veel hulp, behalve van haar twee zoons die ook moesten helpen met het zware werk.
Haar zoons, die ook veel tijd van hun werk moesten opofferen om haar te ondersteunen, voelden zich gefrustreerd door de situatie.
De werkdruk was enorm en de eisen van de verhuurder waren, in hun ogen, buitensporig. Het terugbrengen van het huis naar de oorspronkelijke staat kostte Andrea uiteindelijk zo’n 2000 euro, een bedrag dat niet in haar budget paste.
Dit zorgde voor extra stress en belasting, en hoewel ze haar best deed om alles op tijd te regelen, waren er nog steeds klusjes in haar nieuwe woning die onafgemaakt waren, zoals het ophangen van lampen en het in elkaar zetten van meubels.
De impact van buitenlandse investeerders op huurders
Het huis van Andrea was eigendom van CBRE Investment Management, een grote Amerikaanse investeringsmaatschappij met vastgoed in allerlei landen. CBRE heeft wereldwijd een vastgoedportfolio ter waarde van ongeveer 100 miljard euro. Zoals vaak het geval is met buitenlandse investeerders, werd Andrea geconfronteerd met strikte regels en procedures die weinig ruimte voor flexibiliteit gaven.
Ingrid Wallish, woordvoerster van CBRE, weigerde commentaar te geven op Andrea’s specifieke situatie vanwege privacyredenen, maar benadrukte wel dat het volgens de overeenkomst gebruikelijk is dat huurders het huis in de oorspronkelijke staat moeten terugbrengen aan het einde van de huurperiode.
Deze benadering van buitenlandse vastgoedbeleggers is iets waar steeds meer huurders mee te maken krijgen.
De regels en eisen kunnen zwaar zijn, en de menselijke maat blijft vaak buiten beschouwing. Mathijs ten Broeke, woordvoerder van de Woonbond, verklaarde dat de situatie van Andrea uitzonderlijk is, maar dat extreme eisen zoals deze steeds vaker voorkomen, vooral bij woningen die eigendom zijn van buitenlandse beleggers.
Het lijkt erop dat deze beleggers zich weinig aantrekken van de persoonlijke situatie van huurders en strikt vasthouden aan de regels, zonder enige empathie.
Hulp van de Woonbond en de toekomst van huurders in Nederland
De Woonbond, de belangenorganisatie voor huurders in Nederland, roept op tot meer begrip en flexibiliteit in situaties zoals die van Andrea. Volgens de Woonbond zou er meer oog moeten zijn voor de persoonlijke omstandigheden van huurders, vooral als deze in hun oude woning jarenlang zorgvuldigheid hebben getoond.
Het strikte naleven van regels door buitenlandse vastgoedbedrijven zonder enige flexibiliteit kan voor veel huurders leiden tot onredelijke en stressvolle situaties. Het is duidelijk dat er behoefte is aan meer wetgeving die huurders beschermt tegen zulke buitensporige eisen, en dat verhuurders meer rekening moeten houden met de omstandigheden van hun huurders.
Conclusie: een onmenselijke benadering van verhuurders?
Andrea Lagerweij’s ervaring met haar verhuurder illustreert een groeiend probleem voor huurders in Nederland. Hoewel er altijd regels zijn omtrent het onderhoud van een huurwoning, is de wijze waarop deze regels worden gehandhaafd cruciaal voor het welzijn van de huurder.
In het geval van Andrea lijkt het erop dat er weinig ruimte was voor flexibiliteit of begrip van de verhuurder, wat resulteerde in een financieel zware en emotioneel uitputtende situatie.
De situatie benadrukt ook de rol die buitenlandse vastgoedbeleggers spelen in de Nederlandse woningmarkt. Hoewel zij doorgaans strikt de regels volgen, missen ze vaak de persoonlijke benadering die huurders nodig hebben.
Het is belangrijk dat we als samenleving nadenken over hoe we een balans kunnen vinden tussen zakelijke belangen en de rechten van huurders. Het is van essentieel belang dat verhuurders, ongeacht hun achtergrond, de menselijke maat niet uit het oog verliezen.
Andrea’s verhaal is helaas geen uitzondering, en het roept vragen op over de toekomst van huurders in een steeds meer vercommercialiseerde woningmarkt.