De basisvakken op school zijn Nederlands, Engels, Maatschappijleer en Wiskunde. Ze worden allemaal gezien als essentieel voor de opleiding van jongeren. Wiskunde kan echter een uitdaging zijn, en het was een dagelijkse strijd om bij te blijven met de lessen, vooral toen je nog op school zat. Maar hoeveel herinner je je eigenlijk nog van wat je toen geleerd hebt?
Vandaag gaan we dat testen met een wiskundesom die zo uit een leerboek had kunnen komen. Zoals bij de meeste vaardigheden, is oefening nodig om ze scherp te houden, en dat geldt zeker voor wiskunde.
Als je je probleemoplossende vaardigheden al een tijdje niet hebt gebruikt, kan het zijn dat je moeite hebt met de wiskunde-uitdaging van vandaag. Weet jij het antwoord?
Hier is een vergelijking die weinig volwassenen nog weten op te lossen:
5 + 7 (2 + 1) = ?
Wat zou het antwoord kunnen zijn? Denk goed na: hoe moest je ook alweer omgaan met haakjes in sommen?
De oplossing voor de wiskunde-uitdaging:
Laten we eens kijken of je wiskundevaardigheden nog net zo scherp zijn als toen je jong was. De oplossing staat hieronder.
Het juiste antwoord is 26. Maar hoe komen we tot 26?
Volgens de volgorde van bewerkingen los je eerst de som binnen de haakjes op, namelijk 2 + 1, wat 3 wordt.
Vervolgens vermenigvuldig je 7 met 3, wat 21 is.
Tot slot tel je 5 bij 21 op, wat 26 geeft.
Heb je het goed gedaan? Geweldig!