Frankrijk heeft opnieuw de aandacht getrokken met een besluit dat de voedingsindustrie flink opschudt: het gebruik van traditionele vleesnamen zoals ‘biefstuk’, ‘worst’ en ‘filet’ wordt voortaan verboden voor plantaardige alternatieven. Dit betekent dat producten zoals een ‘vegetarische worst’ of ‘plantaardige biefstuk’ in Frankrijk niet langer onder deze namen verkocht mogen worden.
Het besluit heeft zowel voorstanders als tegenstanders en leidt tot discussies over eerlijkheid, innovatie en de groei van plantaardig voedsel.
De aanleiding voor dit verbod komt voort uit de groeiende populariteit van plantaardige alternatieven. Steeds meer consumenten kiezen ervoor om hun vleesconsumptie te verminderen of volledig over te stappen op een vegetarisch of veganistisch dieet.
Tegelijkertijd hebben vleesvervangers een enorme ontwikkeling doorgemaakt, waardoor ze qua smaak, textuur en uiterlijk steeds meer lijken op dierlijke producten. Voor de vleesindustrie is dit een bedreiging.
Ze stellen dat de namen van deze producten verwarrend zijn voor consumenten en zelfs misleidend, omdat ze kunnen suggereren dat plantaardige alternatieven gelijkwaardig zijn aan vlees.
De Franse regering geeft gehoor aan deze zorgen en heeft daarom een decreet uitgevaardigd dat bepaalt dat vleesnamen voortaan exclusief voor dierlijke producten zijn. Dit besluit wordt ondersteund door de vleesindustrie, die pleit voor meer transparantie en duidelijke etikettering om consumenten te beschermen.
Maar niet iedereen is het eens met deze redenering. Producenten van plantaardige alternatieven, verenigd in organisaties zoals Protéines France, wijzen erop dat dit verbod innovatie belemmert en de groei van een sector tegenhoudt die essentieel is voor een duurzamere voedselvoorziening.
Het verbod is niet helemaal nieuw. In 2020 nam Frankrijk al een wet aan die vergelijkbare beperkingen oplegde. Toen werd het verbod tijdelijk opgeschort door de Raad van State na juridische klachten.
Nu heeft de regering echter nieuwe maatregelen geïntroduceerd die strenger en specifieker zijn. Zo mogen termen zoals ‘vegetarische schnitzel’ of ‘vegan burger’ niet meer worden gebruikt.
Interessant genoeg geldt deze regelgeving alleen voor producten die in Frankrijk worden gemaakt. Producten die vanuit andere EU-landen worden geïmporteerd, mogen wél gebruikmaken van vleesnamen, omdat deze vallen onder Europese regelgeving.
Een ander opvallend punt is dat producten die slechts een minimale hoeveelheid plantaardige inhoud bevatten, zoals bepaalde hybride producten, nog wel vleesnamen mogen dragen. Dit roept vragen op over de consistentie van de regels en maakt het nog complexer voor producenten en consumenten.
De nieuwe regels gaan gepaard met strenge sancties. Producenten die de voorschriften overtreden, riskeren boetes van maximaal €1.500 per overtreding voor individuen en tot €7.500 voor bedrijven.
Er is wel een overgangsperiode van een jaar ingesteld, zodat bedrijven hun huidige voorraad kunnen verkopen en hun verpakkingen kunnen aanpassen. Maar zelfs met deze aanpassingstijd zullen producenten creatief moeten zijn om nieuwe, aantrekkelijke namen te bedenken die duidelijk maken wat het product is zonder te verwijzen naar vlees.
Tegenstanders van het verbod wijzen op de impact die dit kan hebben op de groei van plantaardige alternatieven. Ze stellen dat de voedingsindustrie juist zou moeten inzetten op verduurzaming en dat plantaardige producten een essentieel onderdeel zijn van de transitie naar een duurzamer voedselsysteem.
Daarnaast wordt betoogd dat consumenten slim genoeg zijn om het verschil te begrijpen tussen vlees en vleesvervangers, vooral omdat deze producten altijd duidelijk geëtiketteerd zijn.
De discussie beperkt zich niet tot Frankrijk. In 2020 was er in het Europees Parlement een vergelijkbare discussie over het verbieden van vleesnamen voor plantaardige producten. Het voorstel werd toen verworpen, wat aangeeft hoe verdeeld de meningen zijn binnen Europa.
In Nederland en veel andere EU-landen is het nog steeds toegestaan om vleesnamen te gebruiken voor plantaardige alternatieven, zolang de verpakking duidelijk maakt dat het om een vegetarisch of veganistisch product gaat.
Voor consumenten in Frankrijk zal dit besluit zeker merkbaar zijn. Labels zoals ‘vegan burger’ of ‘vegetarische worst’ zullen binnenkort verdwijnen en vervangen worden door nieuwe termen die nog bedacht moeten worden.
Of dit daadwerkelijk voor meer duidelijkheid zorgt of juist tot verwarring leidt, moet nog blijken. Voor producenten betekent het in ieder geval extra kosten en uitdagingen, terwijl de vleesindustrie er mogelijk een concurrent minder door krijgt.
Deze ontwikkeling laat zien hoe gevoelig de discussie over vleesvervangers en traditionele voedingsproducten is. Het benadrukt de spanning tussen traditie, innovatie en duurzaamheid in de voedingsindustrie.
Terwijl Frankrijk kiest voor striktere regels, blijven andere landen juist inzetten op vrijheid en transparantie. Hoe deze keuzes de toekomst van plantaardige voeding beïnvloeden, zal de komende jaren duidelijk worden. Eén ding is zeker: de discussie is nog lang niet voorbij.