Na jaren van stilstand lijkt er eindelijk goed nieuws te zijn voor miljoenen gepensioneerden in Nederland.
In 2026 gaan veel ouderen er namelijk flink op vooruit. Door de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel kunnen de maandelijkse uitkeringen voor veel mensen met wel tien tot twintig procent stijgen. Dat betekent na lange tijd van bevroren pensioenen eindelijk wat financiële ademruimte.
Pensioenen eindelijk omhoog na jaren zonder groei
Jarenlang bleef het pensioenbedrag nagenoeg gelijk, terwijl de prijzen van boodschappen, energie en huur bleven stijgen. Veel ouderen zagen hun koopkracht langzaam verdwijnen.
De roep om indexatie – het verhogen van pensioenen in lijn met de inflatie – werd steeds luider. Nu lijkt het moment eindelijk daar.
Volgens de eerste berekeningen kunnen gepensioneerden in verschillende sectoren rekenen op een verhoging van gemiddeld zeven tot tien procent.
In sommige gevallen, zoals bij bouwvakkers, kan dat zelfs oplopen tot bijna twintig procent. Dat is een flinke stap vooruit na meer dan tien jaar waarin de pensioenbedragen nauwelijks veranderden.
Een verhoging van deze omvang betekent voor iemand met een maandelijks pensioen van 1.800 euro een stijging van 180 tot 360 euro per maand. Dat is voor veel mensen het verschil tussen moeten besparen en weer wat ruimte voelen in de portemonnee.
Zorg- en bouwsector lopen voorop
Vooral in de zorg en bouw is de vreugde groot. Het pensioenfonds voor de zorgsector (PFZW) kondigde aan dat de pensioenen volgend jaar met ongeveer tien procent stijgen. Deelnemers ontvangen binnenkort een brief met hun nieuwe bedragen.
Ook bij het bouwfonds bpfBOUW klinken positieve geluiden. Daar wordt zelfs gesproken over verhogingen tot bijna twintig procent.
Het is nog wel even afwachten tot eind december, want de financiële markten moeten stabiel blijven om de verhoging definitief te kunnen doorvoeren.
Volgens de fondsen is de kans groot dat de stijging doorgaat, mits er in het laatste kwartaal van 2025 geen plotselinge economische crisis uitbreekt. Economen spreken van “voorzichtig optimisme”.
Wat verandert er door het nieuwe pensioenstelsel?
De forse stijging komt voort uit het nieuwe pensioenstelsel dat Nederland de komende jaren invoert.
De kern van dit systeem ligt in een nieuwe manier van beleggen en uitkeren. Waar vroeger grote reserves werden opgebouwd om risico’s te beperken, wordt het pensioen nu directer gekoppeld aan de beleggingsresultaten.
Het grote verschil is dat het opgebouwde kapitaal persoonlijker wordt. Ieders pensioen blijft verbonden aan het eigen ingelegde geld, in plaats van in één grote collectieve pot te verdwijnen. Dat maakt het systeem transparanter en eerlijker, vinden de voorstanders.
Wanneer de economie goed draait en de beurs stijgt, profiteren deelnemers sneller van die groei. Daardoor kunnen fondsen eerder en vaker de pensioenen verhogen.
Maar het betekent ook dat in slechtere tijden het bedrag iets kan dalen. Die dynamiek maakt het nieuwe systeem flexibeler, maar ook gevoeliger voor schommelingen.
Lucht voor gepensioneerden na zware jaren
Voor veel gepensioneerden voelt dit nieuws als een opluchting. De afgelopen jaren waren zwaar: de kosten van levensonderhoud liepen op, terwijl de pensioenen gelijk bleven. Veel ouderen moesten inleveren op comfort, vakanties of zelfs dagelijkse boodschappen.
Een verhoging van tien tot twintig procent maakt echt verschil. Wie nu 1.500 euro ontvangt, kan straks mogelijk 1.650 tot 1.800 euro per maand krijgen.
Voor een gezin dat rond moet komen van een vast inkomen betekent dat meer vrijheid om iets extra’s te doen of simpelweg minder zorgen te hebben over rekeningen.
Kleine fondsen gaven al het goede voorbeeld
De eerste signalen van verbetering kwamen begin 2025 al van kleinere pensioenfondsen die als eerste overstapten naar het nieuwe systeem.
Daar stegen de pensioenen met vier tot acht procent. Dat zorgde voor enthousiasme bij grotere fondsen, die nu dezelfde richting op gaan.
De fondsen bepalen pas op 31 december 2025 definitief hoe hoog de verhoging precies zal zijn.
Tegen die tijd zijn de beleggingsresultaten bekend en kan de balans worden opgemaakt. Maar de vooruitzichten zijn beter dan ze in jaren zijn geweest.
Economen positief over nieuwe aanpak
Volgens verschillende economen werkt het nieuwe stelsel beter mee met economische groei.
In plaats van geld jarenlang opzij te zetten in een grote buffer, laten fondsen het rendement sneller terugvloeien naar de deelnemers. Dat maakt het systeem dynamischer en eerlijker.
Ook pensioenexperts zijn voorzichtig optimistisch. Ze zien dat deelnemers beter kunnen volgen wat er met hun geld gebeurt.
De band tussen de ingelegde premie, het behaalde rendement en de uiteindelijke uitkering is duidelijker geworden. Dat vergroot het vertrouwen – iets wat het Nederlandse pensioenstelsel hard nodig had na jaren van onduidelijkheid en frustratie.
Niet elk jaar gegarandeerd
Toch waarschuwen deskundigen dat de stijging van 2026 niet automatisch elk jaar zal worden herhaald.
Omdat de hoogte van het pensioen direct gekoppeld is aan de economische prestaties, blijft er altijd onzekerheid bestaan. Als de beurs tegenzit of de economie in een recessie belandt, kan het pensioen in theorie ook tijdelijk dalen.
Daarom adviseren financieel planners gepensioneerden om verstandig met de extra inkomsten om te gaan.
Het is verstandig om niet direct nieuwe vaste lasten aan te gaan of grote aankopen te doen, maar wat reserve op te bouwen. De verhoging is mooi meegenomen, maar stabiliteit blijft belangrijk.
Een broodnodig vertrouwen in het stelsel
Het nieuwe pensioenstelsel was jarenlang onderwerp van discussie. Veel mensen vreesden dat hun opgebouwde rechten zouden verdwijnen of dat hun inkomen minder zeker zou worden. De eerste positieve resultaten nemen die zorgen deels weg.
Door de verbeterde transparantie en de zichtbare stijging van de uitkeringen groeit het vertrouwen in het systeem weer.
Gepensioneerden voelen eindelijk dat hun jarenlange werk en inleg weer beloond worden. En dat is een welkome verandering in een tijd waarin financiële zekerheid voor ouderen steeds belangrijker wordt.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Als de huidige lijn zich doorzet, kan het nieuwe pensioenstelsel op de lange termijn zorgen voor een stabieler en eerlijker systeem.
De koppeling aan beleggingsresultaten maakt het minder afhankelijk van politieke besluiten en zorgt ervoor dat rendement sneller wordt uitgekeerd.
Maar het blijft een systeem waarin risico’s en beloningen hand in hand gaan. Wie nu profiteert van stijgende markten, moet er rekening mee houden dat de hoogte van het pensioen in de toekomst kan schommelen. Toch lijkt de algemene richting positief.
Een hoopvol vooruitzicht voor 2026
Na jaren van stilstand en zorgen lijkt het tij eindelijk te keren. Als de markten rustig blijven, kunnen miljoenen Nederlanders in 2026 rekenen op een fors hoger pensioen.
Het nieuwe stelsel bewijst daarmee dat het niet alleen eerlijker en transparanter is, maar ook daadwerkelijk voordeel oplevert voor de mensen die het het hardst nodig hebben.
Voor veel ouderen betekent het simpelweg dat ze weer een beetje lucht krijgen – na jaren waarin alles duurder werd en het pensioen niet meegroeide.
Het voelt als een nieuw begin: een pensioenstelsel dat meebeweegt met de tijd, zonder dat de solidariteit verloren gaat.
