Het kabinet heeft tijdens Prinsjesdag de nodige plannen gepresenteerd en dat betekent dat er opnieuw wordt gekeken naar wat er onder de streep overblijft op de loonstrook.
Voor veel Nederlanders is dit hét moment van het jaar om te ontdekken of er volgend jaar meer of juist minder salaris wordt bijgeschreven. In 2026 zijn de effecten behoorlijk uiteenlopend: sommige groepen zien een duidelijke plus, terwijl anderen zelfs achteruitgaan.
Wat gebeurt er met een modaal inkomen?
Voor werknemers met een modaal inkomen ziet 2026 er gunstig uit. Een modaal salaris komt neer op ongeveer 3875 euro bruto per maand. Mensen die dit verdienen, krijgen er volgend jaar netto 38,50 euro bij.
Dat betekent een stijging van ongeveer 1,25 procent per maand. Voor veel huishoudens kan dit net het verschil maken tussen krap rondkomen of toch iets meer ademruimte hebben.
Het positieve effect komt voort uit een combinatie van belastingaanpassingen en premies die verschuiven.
Hierdoor blijft er simpelweg meer geld over na belasting. Hoewel het bedrag misschien niet spectaculair hoog klinkt, telt dit op jaarbasis op tot ruim 450 euro extra.
Twee keer modaal? Nog iets meer voordeel
Werknemers die twee keer modaal verdienen, oftewel ongeveer 7750 euro bruto per maand, zien hun nettoloon in 2026 met 48,09 euro per maand stijgen.
Dat is omgerekend een plus van 0,97 procent. Voor deze groep is het voordeel dus zelfs iets groter in absolute euro’s dan bij modaal inkomen.
Het toont opnieuw aan dat hogere inkomens vaak relatief beter profiteren van veranderingen in de belastingstructuur. Ook hier geldt dat het op jaarbasis om meer dan 575 euro extra kan gaan.
Minimumloon: de pijnlijke uitzondering
Waar mensen met een modaal of hoger salaris vooruitgaan, geldt dat helaas niet voor werknemers die afhankelijk zijn van het minimumloon.
Uit de berekeningen blijkt dat deze groep er in 2026 zelfs iets op achteruitgaat, afhankelijk van het aantal gewerkte uren per week.
Werknemers die 36 uur per week tegen het minimumloon werken, krijgen er maandelijks 13,67 euro minder bij. Het nettoloon komt dan uit op 1923,47 euro.
Voor mensen die 38 uur per week werken, daalt het nettosalaris met 14,42 euro naar 2028,51 euro per maand.
Bij een 40-urige werkweek is de daling minimaal: slechts 0,25 euro minder, waardoor het nettoloon uitkomt op 2133,63 euro.
De verschillen lijken misschien klein, maar voor mensen die toch al weinig overhouden kan dit flink zwaar vallen.
Zeker in combinatie met stijgende prijzen voor boodschappen, huur en energie betekent dit dat juist de laagste inkomens nog meer druk ervaren.
Waarom gaan minimumloners erop achteruit?
Het lijkt tegenstrijdig: waarom gaan de laagste inkomens erop achteruit, terwijl hogere inkomens profiteren? De oorzaak zit vaak in de manier waarop belastingen, premies en toeslagen worden aangepast.
Als bepaalde heffingskortingen minder hard meestijgen of premies juist omhoog gaan, raakt dat de groep met het minimumloon relatief harder.
Daar komt bij dat pensioenpremies of wijzigingen in sociale lasten een groot verschil kunnen maken op het nettobedrag.
Het is belangrijk om te benadrukken dat deze berekeningen nog onder voorbehoud zijn van eventuele aanpassingen in de pensioenpremies.
Signaal van zorg: minimumloon blijft kwetsbaar
Dat juist mensen met een minimumloon minder overhouden, wordt door experts als zorgelijk gezien.
Zij geven aan dat dit kan leiden tot nog meer financiële zorgen en ongelijkheid. Voor veel mensen is elke euro belangrijk, zeker wanneer de vaste lasten hoog zijn en er weinig ruimte is om te sparen of onverwachte kosten op te vangen.
Een Managing Director van een salarisdienstverlener noemde dit verschil recent ‘zorgelijk’. Volgens hem is het begrijpelijk dat dit tot meer spanningen kan leiden bij werknemers die al moeite hebben om rond te komen.
Hoe bereken je zelf je nettoloon in 2026?
Wie precies wil weten wat er in 2026 maandelijks overblijft, kan gebruikmaken van online rekentools. Verschillende salaris- en HR-dienstverleners bieden zogenoemde salaris-simulators aan.
Daarin kan je bruto maandsalaris worden ingevuld, waarna automatisch wordt berekend hoeveel er netto overblijft na belasting en premies.
Dit geeft niet alleen een duidelijk beeld van de verwachte inkomensstijging of -daling, maar laat ook zien hoe groot het verschil is tussen bijvoorbeeld parttime en fulltime werken.
Wat betekent dit voor huishoudens?
Voor modale en hogere inkomens is de verandering vooral een bescheiden meevaller.
Een paar tientjes extra per maand kan worden besteed aan boodschappen, een avondje uit of simpelweg opzijgezet worden voor de spaarrekening.
Voor minimumloners is het echter een ander verhaal. Een lagere uitbetaling betekent dat er nog meer moet worden geschraapt om rond te komen.
Het verschil is klein, maar symbolisch groot: terwijl de politiek inzet op koopkrachtverbetering, ziet juist deze groep een achteruitgang.
Koopkrachtplaatje blijft ingewikkeld
Het is belangrijk om te beseffen dat het nettoloon slechts één onderdeel is van de koopkracht. De daadwerkelijke koopkracht hangt namelijk ook af van prijzen, inflatie, huur- en zorgkosten en de ontwikkeling van toeslagen.
Een hogere energierekening of stijgende huur kan een loonsverhoging direct tenietdoen.
Het koopkrachtplaatje blijft daardoor complex. Zelfs als iemand er op papier een paar tientjes bij krijgt, kan dit in de praktijk nauwelijks merkbaar zijn.
Conclusie: een verdeeld beeld voor 2026
In 2026 zien we een verdeeld beeld: mensen met een modaal of hoger salaris profiteren van enkele tientjes extra per maand, terwijl minimumloners zelfs een kleine min tegemoetzien. Voor de een betekent dit wat extra ademruimte, voor de ander extra zorgen.
Het blijft afwachten of de aangekondigde plannen nog worden aangepast voordat ze definitief worden ingevoerd.
Zeker bij de minimumlonen is de kans groot dat politieke partijen of belangenorganisaties druk zullen zetten om dit negatieve effect te corrigeren.
Tot die tijd is het vooral zaak om goed te kijken naar de eigen situatie en in kaart te brengen wat dit betekent voor het huishoudbudget in 2026.
Bron: Metro
