Kees had zijn pensioen zo anders voorgesteld. Na jarenlang hard werken, het opbouwen van een leven en het vooruitzicht van een rustige oude dag, had hij nooit gedacht dat hij zijn laatste jaren zou doorbrengen in een klein appartementje.
“Ik werk mijn hele leven,” zegt hij zuchtend, terwijl hij door zijn piepkleine keuken loopt. “En nu kan ik mijn rekeningen amper betalen. Hoe is het zover gekomen?”
Het appartement waar Kees woont is bescheiden. De muren zijn kaal, de meubels zijn oud maar functioneel. “Ik hoef geen luxe,” benadrukt hij.
“Maar ik had wel gedacht dat ik me iets meer zou kunnen veroorloven dan dit. Ik moet zelfs nadenken of ik die extra boterham deze week wel kan betalen.”
Zijn dag begint steevast hetzelfde: een simpel ontbijt van brood en koffie. “Vroeger genoot ik van een uitgebreid ontbijtje in het weekend,” vertelt hij. “Een gekookt eitje, een croissantje. Maar dat kan nu niet meer. Het geld is er gewoon niet.”
Hij haalt zijn schouders op en kijkt naar buiten, waar het grauwe weer de sfeer in huis alleen maar somberder maakt. “Het voelt soms alsof je je hele leven hebt gewerkt voor niks.”
Kees werkte meer dan veertig jaar als vrachtwagenchauffeur. Lange dagen op de weg, weken van huis, en talloze kilometers onder zijn riem. Hij spaarde wat hij kon, betaalde netjes zijn belasting en leefde zuinig.
“Ik dacht dat ik het goed deed,” zegt hij. “Maar blijkbaar is dat niet genoeg geweest. Alles is zo duur geworden, en het lijkt alsof de prijzen maar blijven stijgen.”
De grootste uitdaging voor Kees zijn de maandelijkse rekeningen. Zijn huur slokt een groot deel van zijn pensioen op, en de energierekeningen drukken zwaar op zijn budget.
“De gas- en stroomprijzen zijn echt een probleem,” legt hij uit. “Ik zet de verwarming bijna niet meer aan. In de winter loop ik gewoon met een dikke jas in huis. Het is niet ideaal, maar wat moet ik anders?”
Ook eten is een constante zorg. Kees koopt alleen het hoogstnodige: brood, melk, wat groenten en af en toe een klein stukje vlees. “Ik zou graag eens wat lekkers eten,” zegt hij.
“Maar ja, als je moet kiezen tussen je huur betalen en een warme maaltijd, dan weet je wel wat het wordt.”
Hij voelt zich vaak machteloos. “Het is alsof je vastzit,” vertelt hij. “Je wilt vooruit, je wilt genieten van je pensioen, maar je kunt niet. Het voelt alsof de wereld gewoon verdergaat en ik ergens ben blijven hangen.”
Zijn stem trilt even. “Soms denk ik: waarom heb ik eigenlijk al die jaren gewerkt? Voor wie of wat was het allemaal?”
Zijn kinderen, die inmiddels volwassen zijn, proberen hem te helpen waar ze kunnen. “Ze zijn er altijd voor me,” zegt hij met een kleine glimlach.
“Maar ik wil ze niet belasten. Ze hebben zelf ook een gezin en genoeg kosten. Het voelt niet goed om hen te vragen om me te helpen. Dat hoort andersom te zijn.”
Kees’ verhaal staat niet op zichzelf. Veel ouderen in Nederland hebben moeite om rond te komen, ondanks een leven vol hard werken.
De kosten van levensonderhoud stijgen, terwijl pensioenen vaak niet in dezelfde mate meegroeien. Het resultaat is een generatie die zich in de steek gelaten voelt.
“Ik hoor het van anderen ook,” zegt Kees. “We praten er wel eens over, hoe moeilijk het is. Het geeft wat troost dat ik niet de enige ben, maar het maakt de situatie niet beter.”
Hij hoopt dat er verandering komt. “Misschien wordt er ooit naar ons geluisterd,” zegt hij. “We zijn een generatie die Nederland heeft opgebouwd, maar het voelt alsof we vergeten zijn.”
Ondanks alles blijft Kees hoopvol. “Ik blijf vechten,” zegt hij vastberaden. “Dat heb ik altijd gedaan, en dat zal ik blijven doen.”