De situatie in Gaza is volledig uit de hand gelopen. Dagelijks verschijnen er hartverscheurende beelden die nauwelijks te bevatten zijn. Kinderen die uitgemergeld zijn tot op het bot, met hoofdjes die veel te groot lijken voor hun fragiele lichaampjes.

Moeders die hun overleden baby’s uit het puin tillen. Jongens en meisjes die ledematen verliezen, ziekenhuizen die niet meer functioneren, en artsen die gedwongen zijn om operaties uit te voeren zonder verdoving. Gaza is verworden tot een plek van pure wanhoop – en de internationale gemeenschap blijft zwijgen.
De mensonterende werkelijkheid in Gaza
Wat zich afspeelt in Gaza, is niet zomaar een conflict. Het is een humanitaire ramp van ongekende proporties. Tienduizenden mensen zitten vast in een gebied waar geen schoon drinkwater is, nauwelijks voedsel, en waar medische zorg vrijwel onbestaand is geworden.
De ziekenhuizen die nog overeind staan, werken onder onmenselijke omstandigheden. Gebrek aan stroom, medicijnen en medische apparatuur maakt dat zelfs eenvoudige ingrepen levensbedreigend zijn.
Vooral kinderen worden hard geraakt. Er zijn beelden van peuters met stompjes waar ooit armen en benen zaten. Van baby’s die veel te vroeg overlijden door uitdroging of honger.
Van jongeren met open wonden die niet verzorgd kunnen worden. Het leed is overweldigend, en toch blijft internationale actie grotendeels uit.
Een oproep tot menselijkheid en gerechtigheid
In veel Europese hoofdsteden wordt er gedemonstreerd tegen het geweld in Gaza. Mensen van alle achtergronden eisen dat regeringen zich niet langer verschuilen achter diplomatieke beleefdheden. Het is tijd om positie te kiezen. Want wat hier gebeurt, raakt aan de fundamenten van menselijke waardigheid.
De roep om sancties tegen Israël wordt steeds luider. Niet omdat men per se een kant wil kiezen in een ingewikkeld geopolitiek conflict, maar omdat er grenzen zijn.
Grenzen aan wat acceptabel is, aan wat wij als internationale gemeenschap kunnen tolereren. Kinderen laten verhongeren en ziekenhuizen bombarderen – dat mag nooit normaal worden.
Waarom sancties niet langer taboe mogen zijn
In andere situaties heeft de internationale gemeenschap wel degelijk opgetreden. Denk aan Rusland, Iran of Noord-Korea. Sancties werden ingesteld, diplomatieke druk werd opgevoerd en landen werden economisch geraakt vanwege hun handelen. Waarom zou dat in het geval van Israël anders moeten zijn?
Het gaat hier niet om het ontkennen van het recht op zelfverdediging. Maar disproportioneel geweld, het vernietigen van vitale infrastructuur, en het jarenlang afsluiten van een gebied waardoor miljoenen mensen in armoede en angst leven – dat moet ook ter sprake komen. En als woorden niet meer genoeg zijn, dan moeten sancties bespreekbaar worden.
De dubbele moraal van het Westen
Een groeiende groep mensen wijst op de dubbele standaard die wordt gehanteerd. Terwijl Europese leiders snel waren om Rusland te veroordelen voor de invasie in Oekraïne en daar stevige sancties op volgden, blijft het in het geval van Gaza vooral bij veroordelingen in woorden.
Tegelijkertijd gaan de wapenleveranties door, en blijft economische samenwerking intact.
Deze hypocrisie frustreert veel burgers. Niet alleen moslims of mensen met een migratieachtergrond, maar ook mensenrechtenactivisten, artsen zonder grenzen, juristen, en gewone burgers die zich afvragen: hoeveel leed moet er nog getoond worden voordat er ingegrepen wordt?
Media tonen slechts een deel van de waarheid
Een ander pijnlijk punt is de manier waarop de situatie in Gaza wordt verslagen. In veel media wordt het geweld gepresenteerd als iets wederzijds, alsof het om een gelijkwaardige strijd tussen twee legers gaat. Maar de cijfers liegen er niet om.
De overgrote meerderheid van de doden en gewonden valt aan Palestijnse zijde. En het zijn vooral burgers die de prijs betalen.
Het gebrek aan nuance en context zorgt ervoor dat veel mensen zich niet realiseren hoe schrijnend de situatie werkelijk is. Pas als er rauwe beelden opduiken via sociale media, dringt het besef door. En dan nog is het vaak maar tijdelijk.
Wat kan er wél gedaan worden?
Er zijn meerdere stappen mogelijk. Europese landen kunnen hun diplomatieke invloed aanwenden om te pleiten voor een staakt-het-vuren. Ze kunnen humanitaire corridors eisen, zodat voedsel en medische hulp Gaza kunnen bereiken.
En ja, ze kunnen ook economische sancties overwegen als Israël blijft doorgaan met het blokkeren van hulp en het bombarderen van burgerdoelen.
Daarnaast kan er druk worden uitgeoefend via internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en het Internationaal Strafhof. Want het bewust uithongeren van een bevolking, het verhinderen van medische zorg, en het massaal bombarderen van woonwijken kunnen vallen onder oorlogsmisdaden.
Solidariteit is geen extremisme
Steeds vaker worden mensen die zich uitspreken voor Gaza neergezet als extremistisch of anti-Israël. Maar dat is een valse tegenstelling.
Het is mogelijk om geweld van beide kanten af te keuren en toch te vinden dat er nu grenzen zijn overschreden. Het is mogelijk om het lijden van kinderen in Gaza te benoemen, zonder antisemitisch te zijn.
Wat er nu nodig is, is moed. Politieke moed, maar ook morele moed. De moed om te zeggen: dit kan zo niet langer. De moed om op te staan voor mensenrechten, ook als het politiek ongemakkelijk is.
Gaza verdient beter dan stilte
Zolang de internationale gemeenschap blijft wegkijken, zal het geweld doorgaan. Zullen nog meer ouders hun kinderen verliezen. Zullen artsen moeten kiezen welk kind nog geholpen wordt, en welk niet meer te redden is. Zullen we getuige blijven van een tragedie die voorkomen had kunnen worden.
De vraag is niet of je partij kiest, maar of je je menselijkheid laat spreken. Gaza heeft geen tijd meer om te wachten op beleefde resoluties en vage verklaringen. Het is tijd voor actie. Het is tijd om te laten zien dat ook Palestijnse levens tellen.
Bron: De Telegraaf





