In een knusse straat in een rustige wijk van Apeldoorn woont Greetje al sinds haar trouwen. Ze was 28 toen ze er samen met haar man introk, vol plannen voor de toekomst.
Nu, zestig jaar later, zit ze alleen aan de keukentafel, met tranen in haar ogen. De meubels staan er nog, het porseleinen servies uit de jaren zestig staat netjes in de kast. Alles ademt herinnering. En toch moet ze weg.
“Ik snap het nog steeds niet. Waarom moet ik ineens hier weg? Ik heb niemand tot last. Het is mijn thuis. Alles wat ik heb opgebouwd, zit hier.”
Greetje is niet ziek, ze is niet hulpbehoevend op de manier die je misschien zou verwachten. Natuurlijk, ze is 88, haar stap is wat trager geworden, en ze heeft af en toe hulp nodig met de boodschappen. Maar ze redt het, met een beetje hulp van haar dochter en een thuiszorgmedewerker die drie keer per week langskomt.
Toch heeft de woningcorporatie besloten dat ze haar woning moet verlaten. “Zorggeschikt maken,” heet het dan. Of “herontwikkeling.” Mooie woorden, maar voor Greetje voelt het als een koude douche.
“Ze zeggen dat het nodig is, dat ze het huis willen moderniseren. Maar ik ben helemaal niet geïnteresseerd in een moderne woning. Ik wil gewoon mijn stoel, mijn tuin, m’n vertrouwde buren.”
De nieuwe plek die haar is aangeboden, ligt aan de rand van de stad. Een appartement in een groot zorgcomplex. Volgens de gemeente is het een fijne oplossing. Veilig, gelijkvloers, met alle voorzieningen bij de hand. Maar Greetje ziet vooral wat ze kwijtraakt.
“Ik ken daar niemand. Alles wat me lief is, zit hier. De buren komen elke dag even binnenlopen. We eten samen, we letten op elkaar. Daar ben ik gewoon weer een kamernummer.”
In de wijk wordt er boos gereageerd op het nieuws. Meerdere ouderen in dezelfde straat zouden plaats moeten maken. De buurvrouw van Greetje, Annie (84), vreest dat zij de volgende is. “We worden weggeschoven,” zegt ze. “Alsof we niet meer meetellen.”
Greetje vertelt dat het vooral het gevoel van onmacht is dat haar zo raakt. Niet alleen het afscheid nemen, maar het feit dat ze geen inspraak lijkt te hebben.
“Ze hebben gewoon een brief gestuurd. Geen gesprek, geen uitleg. Alleen een keus: of je gaat, of je krijgt problemen. Nou ja, keus… het is geen keus. Het is een mededeling.”
Haar dochter probeert het nog aan te vechten, maar de kans is klein. Juridisch gezien mag de woningcorporatie dit doen. En gemeenten lijken steeds vaker dit soort besluiten te steunen, onder het mom van toekomstbestendig wonen. Maar voor mensen zoals Greetje betekent het vooral verlies.
“Ik heb hier mijn kinderen grootgebracht. Mijn man is hier overleden. In de tuin staan nog de rozen die hij voor me plantte. Hoe neem je afscheid van zoiets?”
Ze loopt naar het raam en wijst naar de boom aan de overkant. “Die hebben we geplant toen onze kleinzoon werd geboren. Hij is nu 34 en woont in Canada. Maar elke keer als ik naar die boom kijk, denk ik aan hem.”
Voor veel ouderen is ’thuis’ meer dan een dak boven het hoofd. Het is een plek vol herinneringen, een stukje identiteit. Het idee dat je daar zomaar uit kunt worden gezet, voelt voor velen als onmenselijk.
“Ze zeggen dat het beter is voor mij. Maar wie bepaalt wat beter is? Hebben ze mij ooit gevraagd wat ik wil?”
Wat Greetje wil, is simpel: blijven. In haar eigen stoel, met uitzicht op de tuin. Met haar eigen koffieapparaat, dat al veertig jaar dienst doet. Met de geur van haar huis, de geluiden van de straat, de vertrouwde stemmen van de buren.
“Kijk, ik weet heus wel dat dingen veranderen. Maar moet dat per se betekenen dat mensen zoals ik alles moeten loslaten?”
Haar stem trilt even, maar dan recht ze haar rug. “Ik ben 88, maar ik ben niet gek. En ik ben ook niet overbodig.”
Ze lacht even wrang. “Weet je wat het is? Ze willen ruimte maken voor jongere mensen. Dat snap ik. Maar moeten wij ouderen dan maar in een hoekje gezet worden tot we er niet meer zijn?”
Op Facebook en andere sociale media groeit de steun voor Greetje. Een foto van haar voor haar huis, met haar rollator naast zich, ging viraal. “Laat Greetje blijven,” staat er onder. Er zijn petities gestart, buurtacties georganiseerd. Maar of het genoeg is?
“Het raakt me wel hoor, dat zoveel mensen reageren. Maar het verandert niks aan het feit dat ik straks dozen moet pakken. En ik weet niet of ik daar ooit echt zal aarden.”
Wat begon als een lokaal verhaal raakt inmiddels een snaar bij heel Nederland. Want Greetje is niet alleen. Er zijn honderden, misschien wel duizenden ouderen die met hetzelfde worstelen: verplicht verhuizen, het verlies van autonomie, het verdwijnen van hun thuis.
“Ik wil geen medelijden. Ik wil gehoord worden. En ik wil dat mensen begrijpen dat dit méér is dan een verhuizing. Dit is een afscheid van een leven.”
Greetje haalt diep adem. In de hoek van de kamer ligt haar poes, half slapend. “Die kan straks ook niet mee,” zegt ze zacht. “Dat breekt mijn hart.”
Wat er de komende weken gaat gebeuren, is nog onduidelijk. Maar één ding is zeker: het verhaal van Greetje laat zien wat er gebeurt als beleid en menselijkheid te ver van elkaar af komen te staan.