Shanta, 33 jaar oud en moeder van drie kinderen, zit aan de keukentafel. Haar ogen dwalen over de stapel rekeningen die voor haar ligt, en ze voelt de inmiddels bekende knoop in haar maag opkomen. “Ik kan de ouderbijdrage van mijn kinderen niet betalen,” fluistert ze, haar stem breekbaar. “En ik schaam me ervoor.” Het is een harde realiteit, een die ze maar moeilijk onder ogen kan zien.
Niet zo lang geleden zag haar leven er heel anders uit. Shanta werkte jarenlang als administratief medewerkster bij een klein bedrijf in de buurt. Het was een baan waar ze voldoening uit haalde en die haar gezin een stabiele basis gaf.
“Ik was altijd trots op mijn werk,” zegt ze met een zachte glimlach. “Het gaf me het gevoel dat ik bijdroeg aan ons gezin, dat we het goed deden.” Maar toen de coronacrisis toesloeg, begon alles te wankelen. Het bedrijf waar ze werkte moest bezuinigen, en haar functie werd als een van de eersten geschrapt.
“Dat kwam zo hard aan,” herinnert ze zich. “Ik had het niet zien aankomen. Eén dag stond ik nog achter mijn bureau, de volgende dag had ik geen werk meer.” De overgang van financiële zekerheid naar onzekerheid was abrupt en meedogenloos.
Shanta probeerde snel een nieuwe baan te vinden, maar merkte dat de arbeidsmarkt harder was dan ooit. “Ik solliciteerde overal, maar er was gewoon geen werk. Zeker niet voor iemand zoals ik, met een achtergrond in de administratie. Het leek wel alsof niemand me wilde aannemen.”
De moed zonk haar in de schoenen. “Je doet zo je best, maar op een gegeven moment ga je twijfelen aan jezelf. Je vraagt je af: wat doe ik verkeerd? Ben ik niet goed genoeg?” Die vragen achtervolgden haar, en langzaam raakte ze mentaal uitgeput. “Op een gegeven moment zat ik er helemaal doorheen,” geeft ze toe. “Elke keer een afwijzing, elke keer een teleurstelling. Het vrat aan me.”
Shanta’s man werkt fulltime in de bouw, maar zijn inkomen is net genoeg om de basisbehoeften te dekken: huur, boodschappen, en de vaste lasten. “Er is gewoon geen ruimte voor extra’s,” zucht ze. “En dan komt die ouderbijdrage er weer bovenop. Het lijkt misschien niet veel voor anderen, maar voor ons is het een enorme last. Het voelt alsof ik telkens moet kiezen tussen mijn kinderen en de rekeningen.”
De ouderbijdrage wordt gevraagd door de school om extra activiteiten en faciliteiten te financieren. Het lijkt zo’n vanzelfsprekendheid, maar voor Shanta is het iedere keer weer een kwelling. “Ik wil het wel betalen,” zegt ze, “maar ik kan het gewoon niet. En het ergste is: elke keer als ik die brief van school zie, voel ik me alsof ik faal als moeder. Alsof ik mijn kinderen tekortdoe.”
Wat haar situatie nog pijnlijker maakt, is dat ze zich zo alleen voelt. “Er wordt niet echt over gepraat. Je hoort niet van andere ouders dat ze het ook moeilijk hebben.
Iedereen doet alsof ze alles onder controle hebben, terwijl ik hier zit en soms niet weet hoe ik de eindjes aan elkaar moet knopen.” De sociale druk weegt zwaar op haar schouders. “Het voelt alsof ik de enige ben die niet meekomt, alsof ik iets fout doe.”
Naast de financiële druk is er de emotionele last die ze met zich meedraagt. Haar kinderen beginnen vragen te stellen. “Mijn oudste vroeg laatst waarom we nooit op vakantie gaan, waarom zijn vriendjes altijd nieuwe spullen hebben en wij niet. Wat moet ik dan zeggen? Dat we het niet kunnen betalen? Dat wil ik niet. Ik wil niet dat ze zich schamen, net zoals ik dat doe.”
De onzekerheid over haar toekomst drukt zwaar op haar. “Ik blijf solliciteren, maar telkens krijg ik een afwijzing. Soms vraag ik me af of het ooit nog goedkomt.
Of ik ooit nog een baan zal vinden, of we ooit weer zullen kunnen ademen zonder ons elke maand zorgen te maken over geld.” Ondanks haar harde werken en pogingen om via budgettering alles in goede banen te leiden, blijft het tekort.
“Je wilt zo graag dat je kinderen het beste hebben,” zegt ze, haar ogen glinsterend van ingehouden tranen. “Maar als je dan niet eens die ouderbijdrage kunt betalen, voelt het alsof je faalt. Alsof je niet goed genoeg bent als ouder.” Die gevoelens van tekortschieten zijn misschien nog wel zwaarder dan de financiële last zelf.
Toch blijft Shanta doorgaan, zoals zoveel ouders in dezelfde situatie. Ze probeert het gesprek met de school open te houden, maar iedere keer weer die vraag om uitstel of een betalingsregeling voelt vernederend. “Het is elke keer weer een confrontatie. Ik weet dat de school het begrijpt, dat ze me willen helpen, maar het doet toch pijn. Het voelt alsof je er niet bij hoort.”
Aan het eind van het gesprek kijkt Shanta naar haar kinderen, die buiten in de tuin spelen. “Ze verdienen het allerbeste,” zegt ze, haar stem trillend. “En het breekt mijn hart dat ik dat niet altijd kan geven.” Terwijl ze die woorden uitspreekt, blijft er een hoopvolle stilte hangen. Want ondanks alles, blijft ze vechten voor haar gezin, ook al voelt het soms alsof de wereld haar geen kansen meer geeft.