Vanaf 1 januari 2025 verandert het vaccinatieprogramma voor kinderen in Nederland flink. Kinderen krijgen geen vaccinaties meer op de leeftijd van 4 en 9 jaar, zoals we dat gewend waren.
Deze aanpassingen zijn bedoeld om kinderen beter te beschermen tegen bepaalde ziektes en om het vaccinatieschema slimmer in te richten.
Wat betekent dit precies voor ouders en kinderen? En waarom is deze verandering nodig? Hieronder lees je alles over de nieuwe prikmomenten, de redenen achter de wijzigingen en wat ouders kunnen verwachten.
Waarom verdwijnen de prikken op 4 en 9 jaar?
De prik die kinderen op 4-jarige leeftijd kregen, de zogenaamde DKTP-prik, wordt verschoven naar 5 jaar. Deze vaccinatie beschermt tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Belangrijk om te weten: de bescherming tegen polio wordt in deze nieuwe prik weggelaten.
Dit komt omdat Nederlandse kinderen al meerdere doses polio-vaccin hebben gehad in hun eerste levensjaar, waardoor de bescherming langdurig is. Dit besluit is genomen na advies van deskundigen en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Het idee is dat met deze aanpassing kinderen op de basisschool langer beschermd blijven tegen kinkhoest. Dit is extra belangrijk omdat jonge kinderen kwetsbaar zijn voor deze ziekte.
De prikken die voorheen op 9-jarige leeftijd werden gegeven, worden helemaal anders ingedeeld. De BMR-prik (tegen bof, mazelen en rodehond) wordt naar voren gehaald naar 3 jaar.
Deze vervroeging is bedoeld om kinderen eerder te beschermen, zeker tegen mazelen, dat recent nog in Nederland voor zorgen zorgde vanwege een lagere vaccinatiegraad. De DTP-prik (tegen difterie, tetanus en polio) voor 9-jarigen wordt verplaatst naar 14 jaar. Hierdoor krijgen kinderen een extra boost bescherming op een latere leeftijd.
Vervroeging BMR-prik tegen mazelen
Mazelen is een ziekte die besmettelijk is en soms voor ernstige complicaties kan zorgen. Om kinderen zo snel mogelijk te beschermen, wordt de tweede BMR-prik naar 3 jaar gehaald. Dit betekent dat kinderen beter beschermd zijn voordat ze starten op de basisschool, waar ze in aanraking kunnen komen met andere kinderen en ziekteverwekkers.
Het risico op een mazelenuitbraak is daarmee kleiner. Artsen hebben al eerder gewaarschuwd dat de vaccinatiegraad tegen mazelen de laatste jaren daalt, waardoor het belangrijk is dat deze prik sneller wordt toegediend.
Waarom de DTP-prik naar 14 jaar?
De verschuiving van de DTP-prik van 9 naar 14 jaar heeft te maken met de bescherming die eerdere prikken bieden. Kinderen zijn na hun eerste vaccinaties al lang beschermd, maar een boost op latere leeftijd zorgt ervoor dat die bescherming langer aanhoudt.
Dit is vooral relevant voor tetanus en difterie. De keuze om deze prik later te geven zorgt ervoor dat jongeren ook in hun tienerjaren en daarna voldoende beschermd zijn. Bovendien is deze aanpassing gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en advies van de Gezondheidsraad.
Inhaaloperatie voor kinderen die uit de pas lopen
Niet alle kinderen zitten meteen op het nieuwe schema. Voor kinderen geboren tussen 2016 en 2022 is het nieuwe vaccinatieschema nog niet volledig ingepast.
Voor hen wordt een speciale inhaaloperatie georganiseerd zodat ze alsnog de juiste vaccinaties krijgen. Ouders van deze kinderen ontvangen binnenkort een brief met uitleg en uitnodiging voor de nieuwe prikmomenten.
De jeugdgezondheidszorg werkt hard om deze overgang soepel te laten verlopen. Het is belangrijk dat kinderen ondanks de veranderingen goed beschermd blijven tegen infectieziekten.
Ook veranderingen voor baby’s
Niet alleen de prikken bij 4- en 9-jarigen veranderen, ook de vaccinaties voor baby’s worden iets aangepast. De DKTP-prik en andere vaccins zoals hepatitis B en pneumokokken worden vanaf 2025 gegeven op 12 maanden in plaats van op 11 maanden.
Dit is een kleine verschuiving die nauwelijks merkbaar zal zijn voor ouders en kinderen, omdat ze toch al voor controles naar het consultatiebureau gaan rond die tijd.
Wat betekent dit voor ouders?
Ouders hoeven geen extra stappen te ondernemen om deze veranderingen door te voeren. Het Rijksvaccinatieprogramma stuurt automatisch nieuwe uitnodigingen voor de vaccinaties op de juiste leeftijd. Ouders krijgen daarnaast informatiebrieven met uitleg over de nieuwe planning en het belang van de vaccinaties.
De veranderingen zijn zorgvuldig gepland en gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en adviezen van experts. Ze zijn bedoeld om kinderen zo goed mogelijk te beschermen en tegelijkertijd het vaccinatieschema efficiënter en logischer te maken.
Voordelen van het nieuwe vaccinatieschema
Het nieuwe schema heeft verschillende voordelen. Door de BMR-prik eerder te geven, zijn kinderen beter beschermd tegen mazelen, voordat ze naar school gaan.
Dat vermindert het risico op uitbraken. Het later geven van de DKTP-boost op 5 jaar in plaats van 4 jaar zorgt ervoor dat kinderen langer beschermd blijven tegen kinkhoest. En de DTP-prik op 14 jaar helpt de immuniteit in de tienerjaren te versterken.
Ook wordt met de kleine verschuiving voor baby’s gezorgd dat het schema iets meer aansluit op het moment waarop zij toch al een afspraak hebben bij het consultatiebureau. Dit maakt het praktisch voor ouders en professionals.
Mogelijke nadelen en aandachtspunten
Een aandachtspunt is dat de BMR-prik iets vroeger wordt gegeven, terwijl sommige ziektes zoals bof juist vaker bij tieners voorkomen.
Dit kan betekenen dat er op termijn een extra prik nodig is op latere leeftijd om voldoende bescherming te behouden. Het RIVM houdt dit goed in de gaten.
Daarnaast vraagt het nieuwe schema om aanpassingen bij consultatiebureaus en GGD’s, wat organisatorisch een uitdaging kan zijn. Ook moeten ouders goed geïnformeerd worden om verwarring te voorkomen. Het RIVM en de jeugdgezondheidszorg doen hun best om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Conclusie
De vaccinatiemomenten voor kinderen in Nederland veranderen per 1 januari 2025 ingrijpend. De prikken op 4 en 9 jaar verdwijnen en worden verplaatst naar andere leeftijden. Dit gebeurt op basis van nieuwe inzichten en met het doel kinderen beter en langer te beschermen.
Ouders hoeven niets te doen, maar kunnen wel rekenen op duidelijke informatie van het RIVM. Voor kinderen die niet op het nieuwe schema zitten, komt een inhaalprogramma om vaccinaties alsnog te geven.
Deze aanpassingen maken deel uit van een modernisering van het Rijksvaccinatieprogramma, dat voortdurend wordt geoptimaliseerd om kinderen te beschermen tegen gevaarlijke infectieziekten. Het is belangrijk dat ouders vertrouwen houden in het programma en de nieuwe prikmomenten opvolgen zodat kinderen gezond opgroeien.
Voor meer informatie kunnen ouders terecht op de officiële website van het Rijksvaccinatieprogramma en bij hun consultatiebureau.
Bron: Ouders van nu