Het klinkt als iets uit een slechte film, maar voor veel mensen met een niet-Nederlandse achtergrond is het harde realiteit: je naam kan bepalen of je wel of niet wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Dat ondervond ook een jonge man van Marokkaanse afkomst, die jarenlang met zijn cv liep te leuren, zonder resultaat. Totdat hij besloot zijn naam aan te passen. “Het was bizar hoeveel er ineens wél mogelijk werd.”
Maandenlang geen reactie
Hij noemt zichzelf in dit verhaal liever niet bij zijn echte naam. Dat zegt eigenlijk al genoeg. “Ik heb een Marokkaanse voor- en achternaam. Geen extreem lange, moeilijk uit te spreken naam – gewoon een naam die veel mensen hier dragen.”
Toch merkte hij keer op keer hetzelfde patroon: “Sollicitatie verstuurd, netjes een motivatiebrief erbij, alle kwalificaties klopten.
En toch: geen reactie. Of standaardafwijzingen binnen een paar uur. Dat voelde op den duur echt demotiverend.”
Hij solliciteerde als junior marketeer, klantenservicemedewerker en communicatiemedewerker. Functies waarvoor hij prima gekwalificeerd was.
“Ik had een hbo-diploma, ervaring via stages en vrijwilligerswerk, en sprak vloeiend Nederlands. Maar het leek alsof mijn naam op voorhand al een rode vlag was.”
Een test met een andere naam
Na maanden proberen, besloot hij het over een andere boeg te gooien. Niet door zijn cv te veranderen, maar alleen zijn naam.
“Ik maakte exact hetzelfde profiel aan op vacaturesites, maar gebruikte een andere naam. Gewoon een simpele Nederlandse naam: Jan de Boer. Verder bleef alles identiek – opleiding, ervaring, zelfs het e-mailadres leek op elkaar.”
Het resultaat was pijnlijk confronterend. “Binnen een week had ik vier uitnodigingen voor gesprekken. Vier. Terwijl ik met mijn echte naam misschien één keer per maand een reactie kreeg – en dan nog meestal negatief.”
Een ongemakkelijke waarheid
Het was geen toeval. “Ik heb het meerdere keren getest. Zelfs dezelfde dag op dezelfde functie gesolliciteerd met beide cv’s. Jan kreeg een uitnodiging, ik niet.”
Het gaf hem gemengde gevoelens. Aan de ene kant voelde hij zich opgelucht dat hij eindelijk kans maakte op een baan. Aan de andere kant was hij teleurgesteld in het systeem.
“Ik wílde dit helemaal niet doen. Ik wil mezelf kunnen zijn, trots zijn op mijn naam. Maar blijkbaar wordt dat niet geaccepteerd.”
Het echte gesprek pas later
Toen hij eenmaal via zijn ‘Nederlandse’ cv was binnengekomen, besloot hij het onderwerp meteen op tafel te leggen.
“Ik vertelde het eerlijk tijdens het eerste gesprek: dit ben ik, dit is mijn echte naam, en ik wilde gewoon een kans krijgen. Tot mijn verbazing waren de reacties meestal begripvol. Maar ja, dan had ik al wel aan tafel gezeten. Dan ben je niet meer alleen die naam op papier.”
Toch bleef de situatie wrang voelen. “Het zou niet uit moeten maken hoe je heet. Maar blijkbaar maken mensen tóch onbewust keuzes op basis van aannames of stereotypes.”
Niet alleen zijn verhaal
Wat deze jongeman meemaakte, staat niet op zichzelf. Onderzoek van onder andere het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Universiteit van Amsterdam laat al jaren zien dat sollicitanten met een migratieachtergrond minder vaak worden uitgenodigd voor gesprekken, zelfs als hun kwalificaties identiek zijn aan die van witte Nederlanders.
“Het zit diep,” zegt hij. “Zelfs als mensen het niet bewust doen, speelt het toch mee. En het begint al bij iets basaals als een naam. Dat is geen eerlijke start.”
Maatschappelijke schade
De gevolgen van dit soort onzichtbare discriminatie zijn groot. Niet alleen voor de mensen die er direct mee te maken krijgen, maar ook voor de samenleving als geheel.
Talent blijft onbenut, mensen raken gefrustreerd of trekken zich terug uit de arbeidsmarkt, en het vertrouwen in een eerlijke kans op succes daalt.
“Ik snap dat bedrijven soms bang zijn voor een ‘verkeerde match’ of denken in hokjes,” zegt hij. “Maar uiteindelijk wil je toch gewoon de beste persoon voor de baan? Dan moet je verder kijken dan alleen een naam.”
Langzaam verandert er iets – maar te traag
Gelukkig zijn er ook signalen dat het anders kan. Steeds meer bedrijven experimenteren met anoniem solliciteren of trainen hun HR-personeel op het herkennen van onbewuste vooroordelen.
Toch gaat het langzaam. “We zijn er nog lang niet,” zegt hij. “Zolang ik mijn naam moet aanpassen om serieus genomen te worden, is er nog veel werk aan de winkel.”
Hij heeft inmiddels een vaste baan gevonden. Onder zijn echte naam. “Na die eerste binnenkomer als ‘Jan’ heb ik het niet meer nodig gehad. Ik kon laten zien wat ik kon, en dat is uiteindelijk genoeg gebleken.”
Toch blijft hij voorzichtig met zijn verhaal. “Niet iedereen reageert er positief op. Sommige mensen vinden dat ik het systeem ‘misbruik’ heb. Maar ik heb het juist blootgelegd.”
Een oproep aan werkgevers
Zijn advies aan werkgevers is helder: “Kijk verder dan je eerste indruk. Wees je bewust van je vooroordelen. En durf mensen uit te nodigen die misschien niet je ‘standaardprofiel’ zijn. Want geloof me: je mist anders heel veel talent.”
Hij hoopt dat zijn verhaal anderen aanmoedigt om vol te houden. “Het is niet eerlijk, dat weet ik. Maar geef niet op.
Er zijn werkgevers die verder kijken dan een naam. En hoe meer mensen hun plek veroveren, hoe moeilijker het wordt om te blijven discrimineren.”
Want dat er iets moet veranderen – daar is iedereen het wel over eens.