Senna (29) zit aan de keukentafel met een kop koffie, terwijl haar zoon vrolijk met zijn speelgoedautootjes speelt. Maar ondanks zijn gelukkige gezicht, knaagt er iets aan haar. “Ik voel me soms zo’n slechte moeder,” zegt ze zacht. “Gewoon omdat ik hem geen merkkleding kan geven. Dat voelt alsof ik tekortschiet.”
Het is een gevoel dat haar de laatste tijd steeds meer overvalt. Op het schoolplein ziet ze hoe andere kinderen in dure merken rondlopen, van glimmende sneakers tot trendy jassen. “Je ziet het meteen,” vertelt Senna.
“Het zijn die logo’s, die bijzondere snits. Het valt op. En dan kijk ik naar mijn zoontje in zijn gewone HEMA-trui, en denk ik: hoe moeten anderen naar hem kijken? Hoe kijken ze naar míj?”
Ze zucht diep en neemt een slok van haar koffie. Het is niet dat ze haar best niet doet. Senna werkt hard als parttime administratief medewerker, maar met de stijgende kosten van alles – van huur tot boodschappen – blijft er weinig over.
“Het is al een uitdaging om gewoon rond te komen,” legt ze uit. “Laat staan om kleding van die dure merken te kopen. Een T-shirt van 60 euro? Daar kan ik bijna een hele week eten van halen.”
Haar zoon lijkt er gelukkig nog niets van te merken. Voor hem is een trui gewoon een trui, en hij speelt net zo lief met een tweedehands autootje als met een nieuw exemplaar. Maar het zijn de blikken en opmerkingen van anderen die Senna onzeker maken.
“Een moeder op school zei laatst: ‘Oh, dat merk ken ik niet, van zijn jas.’ Het was geen belediging, maar het voelde wel zo. Alsof ik meteen werd beoordeeld.”
Het meest pijnlijke moment kwam toen haar zoontje een keer thuiskwam van school en vroeg waarom hij geen schoenen met lampjes had, net als zijn vriendje.
“Ik zei tegen hem: ‘Lieverd, je hebt toch hele mooie schoenen?’ Maar hij bleef maar vragen. Hij begreep natuurlijk niet dat ik het gewoon niet kan betalen.”
Senna haalt haar schouders op. “En dat is het ook, hè. Het is niet zijn schuld. Hij ziet die dingen bij anderen en denkt dat het normaal is. En ergens wil ik ook dat hij erbij hoort. Dat hij zich niet anders voelt omdat zijn moeder geen geld heeft voor die spullen.”
Het is een thema dat ze vaak met vriendinnen bespreekt, maar ook dat is niet altijd makkelijk. “Sommigen begrijpen het echt, hoor. Die zeggen: ‘Ach Sen, het gaat erom dat hij schoon en verzorgd is.’
Maar anderen – vooral die wat meer te besteden hebben – zeggen dan dingen als: ‘Ja, maar je wil toch dat je kind er goed uitziet?’ En dat raakt me. Want dat wil ik natuurlijk ook.”
Toch probeert Senna zich niet helemaal te laten meeslepen door de druk. “Ik wil mijn zoon leren dat het niet gaat om wat je draagt, maar om wie je bent. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vooral als de maatschappij zo gericht is op uiterlijk en spullen.”
Ze vertelt hoe ze soms toch probeert te ‘compenseren’. “Ik kijk vaak op Marktplaats of Vinted. Soms vind je daar merkkleding voor een prikkie. Of ik koop iets in de uitverkoop en bewaar het voor later. Maar zelfs dat kan niet altijd. En dan voel ik me weer schuldig.”
Wat Senna het meeste hoop geeft, zijn de momenten waarop ze ziet dat haar zoon gelukkig is met de kleine dingen. “Laatst hadden we een picknick in het park, gewoon met een kleedje en wat boterhammen.
Hij had de tijd van zijn leven. Dan denk ik: misschien maak ik me wel druk om niets. Maar dan komt dat stemmetje weer terug, dat zegt: je doet het niet goed genoeg.”
De sociale druk is groot, merkt ze. Niet alleen op school, maar ook op sociale media. “Je ziet al die moeders die perfecte plaatjes delen. Kinderen in designkleding, de mooiste speelgoedcollecties.
En ik zit hier met een kind dat gelukkig is met een tweedehands speelgoedauto. Het voelt alsof je continu wordt vergeleken.”
Toch probeert Senna de positieve kanten te zien. “Ik weet dat ik mijn best doe. Mijn zoon heeft een dak boven zijn hoofd, eten op zijn bord, en een moeder die zielsveel van hem houdt. Dat is wat telt, toch? Maar ja, die twijfel blijft.”
Wat haar uiteindelijk helpt, zijn de kleine momentjes van erkenning.
“Een keer zei een andere moeder: ‘Je zoontje straalt altijd zo. Dat komt door jou.’ Dat was zo fijn om te horen. Het gaf me het gevoel dat ik het toch goed doe, ondanks alles.”
Senna weet dat ze niet de enige moeder is die met dit gevoel worstelt.
“Ik hoor het ook van anderen: die druk, dat schuldgevoel. Maar ik hoop dat we elkaar meer gaan steunen in plaats van oordelen. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: dat onze kinderen gelukkig zijn.”
Ze kijkt naar haar zoon, die nu met een grote glimlach zijn autootje over de vloer laat racen. “Hij weet niet wat merkkleding is,” zegt ze. “En misschien is dat wel een zegen. Hij weet alleen dat hij geliefd is. En dat is genoeg. Toch?”