De transitie naar elektrische mobiliteit leek onomkeerbaar, maar steeds meer autofabrikanten lopen tegen onverwachte obstakels aan. Ook Porsche, bekend om zijn sportieve luxeauto’s, heeft besloten zijn strategie te herzien. Het Duitse automerk, dat zich de afgelopen jaren sterk maakte voor elektrische voertuigen, kiest nu opnieuw voor modellen met een verbrandingsmotor en plug-in hybrides.
Wat is er aan de hand? Waarom trekt Porsche zich deels terug uit de elektrische markt en kiest het ervoor om zijn iconische benzinemotoren langer in productie te houden?
Moeilijke marktomstandigheden voor elektrische auto’s
Porsche heeft lang ingezet op elektrificatie. Het doel was om in 2030 maar liefst 80% van de verkochte modellen elektrisch te laten zijn, met uitzondering van de iconische 911.
Maar in de praktijk blijkt dat consumenten minder enthousiast zijn dan gehoopt. De vraag naar volledig elektrische modellen stagneert en in sommige markten, zoals China, daalt de verkoop zelfs aanzienlijk.
Een groot deel van de terughoudendheid bij consumenten heeft te maken met de huidige nadelen van elektrische auto’s:
- Hoge prijzen – Elektrische auto’s zijn vaak duurder dan hun benzine- of hybride tegenhangers.
- Onvoldoende laadinfrastructuur – Niet overal zijn voldoende laadpalen beschikbaar, wat voor veel potentiële kopers een drempel vormt.
- Beperkte actieradius – Hoewel de technologie verbetert, blijft de afstand die je met een volle batterij kunt rijden een punt van zorg, vooral voor langere ritten.
Met name in China, een belangrijke markt voor Porsche, bleek de vraag naar elektrische auto’s veel lager dan verwacht. In 2024 verkocht het merk daar ruim een derde minder auto’s dan in 2023. Een klap voor een markt waarin Porsche traditioneel sterk presteerde.
Financiële tegenvallers dwingen Porsche tot nieuwe strategie
Naast tegenvallende verkoopcijfers kampt Porsche met financiële uitdagingen. De autogigant verwacht een daling van de winstmarges. Waar Porsche eerder een marge tussen de 14 en 15 procent had, wordt nu slechts 10 tot 12 procent verwacht. Dit zou de laagste marge in tien jaar tijd zijn.
Daarnaast moet Porsche extra investeren in de ontwikkeling van nieuwe verbrandingsmotoren en hybrides, wat de operationele winst met ongeveer 800 miljoen euro zal verlagen.
Om kosten te besparen heeft het bedrijf aangekondigd dat er een reorganisatie komt, waarbij twee topmanagers zullen vertrekken: financieel directeur Lutz Meschke en verkoopdirecteur Detlev von Platen.
Toch hoeven aandeelhouders zich geen zorgen te maken. Porsche heeft aangekondigd dat de dividenduitkering op peil blijft: 2,30 euro per aandeel.
Meer verbrandingsmotoren ondanks EU-regels
De beslissing van Porsche om opnieuw in te zetten op benzinemotoren en plug-in hybrides roept vragen op. De EU heeft strenge emissieregels en autofabrikanten moeten voldoen aan de COâ‚‚-doelstellingen. De keuze van Porsche lijkt hier haaks op te staan.
Volgens experts speelt het merk echter slim in op de realiteit. Er is namelijk een kans dat de EU de regels gaat versoepelen en autofabrikanten meer tijd geeft om volledig over te schakelen op elektrische voertuigen.
Mocht dat het geval zijn, dan kan Porsche zonder grote boetes blijven vasthouden aan de productie van verbrandingsmotoren, terwijl het de ontwikkeling van nieuwe elektrische modellen stap voor stap doorzet.
Daarnaast blijft er een grote markt voor krachtige benzinemotoren, vooral onder Porsche-liefhebbers die de traditionele rijervaring willen behouden. Dit verklaart waarom modellen zoals de 911, die nooit als volledig elektrisch werd gepland, voorlopig nog steeds alleen met een verbrandingsmotor te krijgen zijn.
Kritiek op de beslissing
Niet iedereen is blij met de koerswijziging van Porsche. Milieuorganisaties, zoals de Duitse tak van de Bond voor Milieu en Natuurbehoud (BUND), zijn fel tegen de beslissing. Zij vinden dat autofabrikanten zich juist meer moeten richten op elektrische mobiliteit in plaats van terug te keren naar fossiele brandstoffen.
Volgens de organisatie toont de stap van Porsche aan dat de Duitse auto-industrie moeite heeft om te concurreren met internationale spelers op de EV-markt. Tesla, BYD en andere merken uit China hebben inmiddels een voorsprong opgebouwd en Porsche lijkt moeite te hebben om bij te blijven.
Ook binnen de politiek zijn de reacties gemengd. De Groenen in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg pleiten voor betere politieke voorwaarden om de overstap naar elektrisch rijden aantrekkelijker te maken, zoals lagere stroomprijzen bij laadpalen.
De CDU daarentegen is minder kritisch en benadrukt dat er ruimte moet zijn voor verschillende aandrijfvormen, zonder dat de overheid technologieën voorschrijft of verbiedt.
Wat betekent dit voor de toekomst van Porsche?
De beslissing om de productie van verbrandingsmotoren en hybride modellen te verhogen, betekent niet dat Porsche stopt met elektrificatie. Het blijft werken aan nieuwe elektrische modellen, maar neemt voorlopig gas terug om de marktontwikkeling beter af te wachten.
Dit kan een slimme zet zijn. Veel autofabrikanten zitten in dezelfde situatie: de overstap naar elektrisch rijden blijkt lastiger dan verwacht. Consumenten zijn nog niet massaal overtuigd en infrastructuurproblemen spelen een grote rol.
Door voorlopig een mix van verbrandingsmotoren, hybrides en elektrische modellen aan te bieden, kan Porsche inspelen op de vraag van verschillende klanten.
Voor wie nog droomt van een Porsche met die karakteristieke brullende motor is er dus goed nieuws: de verbrandingsmotoren blijven voorlopig nog even.
Maar hoe lang dat nog mogelijk is, hangt uiteindelijk af van de politieke besluitvorming in Europa en de ontwikkelingen op de automarkt. Eén ding is zeker: Porsche blijft een merk dat zich aanpast aan de realiteit, zonder zijn erfgoed uit het oog te verliezen.
